zaterdag 12 juli 2008

GROOT-NEDERLAND: ABSURD EN GEVAARLIJK

Marnix Beyen publiceerde in De Morgen een uiterst lezenswaardig opiniestuk, waarin hij de historische onzin die Wilders en Bosma eerder verkondigden op overtuigende wijze met de grond gelijk maakte ("De wankele basis van Groot-Nederland", DM 9.07.08). Maar de Antwerpse docent vergist zich wellicht wanneer hij het stuk van de twee Nederlandse politici afdoet als "geraffineerde kolder". Zeker, hun schrijven heeft er veel van weg, maar het is beslist méér dan dat: het is gevaarlijk imperialisme.

Zo noemen de Groot-Nederlandse auteurs België een "kunstmatige staat", een "gedrocht" dat door diplomaten uitgevonden werd. Groot-Nederland zou dan een natuurlijke staat zijn, door lotsverbondenheid in het leven geroepen. Hierbij rijst meteen volgende bedenking: welke staten op deze wereld zijn natuurlijk of door God gewild? Het antwoord kan natuurlijk alleen maar zijn dat élke staat op deze wereld kunstmatig is, omdat ze door mensen in het leven is geroepen. Elke staat komt tot stand door oorlogen, dynastieke huwelijken, verdragen, secessie, unie e.d.m. Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden was zelf nota bene bij uitstek een diplomatieke constructie die in het leven werd geroepen door het Congres van Wenen, door een handvol Europese regeringsleiders. Anderzijds bestond een Bourgondische en later Habsburgse Zuid-Nederlandse bondsstaat doorlopend van het eind van de 16de eeuw tot de Franse revolutie. De Belgische revolutie van 1830 kan niet los gezien worden van de liberale revoluties van het midden van de 19de eeuw en is dus geenszins een soort volkomen aberrant elitair project.

Welbeschouwd hebben de Nederlanden maar korte tijd een politieke Unie gevormd, te weten van 1430 tot 1585 en van 1815 tot 1830. Wanneer staten moeten gevormd worden op basis van historische 'argumenten', dan zouden voornoemde auteurs eerder moeten pleiten voor een aansluiting van de provincies Oost-, West- en Zeeuws-Vlaanderen bij Frankrijk en van de rest van België en Nederland bij Duitsland. Vergeten we niet dat honderden jaren – nominaal zelfs tot 1806 – het merendeel van onze gewesten deel uitmaakte van het Heilig Roomse Rijk der Duitse Natie.

Overigens hebben de auteurs een punt. Het is inderdaad zo dat het Vlaams Gewest één van de rijkste regio's ter wereld is. Volgens hen verdient het daarvoor de meeste achting van elke Nederlander. Ze "vergeten" er echter wel bij te vertellen dat genoemde regio deze status verwierf binnen een eerst unitair Belgisch kader, en niét ondanks België. Het was immers de unitaire Belgische staat die zwaar geïnvesteerd heeft in de ontwikkeling van de havens van Zeebrugge en Antwerpen, van de spoor- en auto(snel)wegen en diens meer. Men mag evenmin vergeten dat Nederland van 1830 tot en met 1950 op alle vlakken achterop liep op België en dat de Friese taal zelfs vandaag nog niet eens een landstaal is in Nederland. Maar dat is voor de heren Wilders en Bosma blijkbaar geen probleem. Wat verwacht men ook van mensen die zoveel van België weten dat ze de "Waal" Jules Destrée ervan betichten om de Koning in het Frans aan te schrijven omdat het Koningshuis Franstalig is (spreken "Walen" dan zélf geen Frans?). Kleine bedenking hierbij: tot 1890 sprak het Nederlands Koningshuis louter Frans (en dat na honderden jaren Nederlandse staatsvorming door de Oranjes!) De "hereniging" (sic) van Vlaanderen en Nederland wordt afgeschilderd als een hereniging van de ... Zeventien (!) Provinciën. Welnu, die Zeventien Provincieën omvatten de héle Benelux, niet louter “Grootnederland”.

De Nederlandstalige Belgen moeten zich geen illusies maken over wie in het Groot-Nederland de plak zal zwaaien. Ondanks wat nietszeggend gebazel over de mogelijkheid van een confederatie, verheugen de auteurs zich over een "fusie" van Vlaanderen met Nederland. Men lette in dat opzicht ook op het subtiele doch veelzeggende woordgebruik: "Nederland moet de Vlaamse Leeuw aan de borst drukken". Geschiedkundige argumenten, lege begrippen als verwantschap en lotsverbondenheid en de aanhechting van gebieden op basis van taal hebben gevaarlijke antecedenten in het verleden. Denken we maar aan de anschluss van Oostenrijk of Sudetenland door Duitsland (1938).

De Vlaamsgezinden die deze oproep gehoor geven, begeven zich overigens op het pad van de ultieme contradictie. Enerzijds zijn zij al dan niet terecht tegen beweerd francofoon imperialisme rond Brussel, anderzijds wordt Nederlandse gebiedsdrang toegejuicht. Ironisch genoeg zijn het net deze ideeën die niet alleen een gevaar vormen voor de toekomst van België, maar ook voor de toekomst van de Benelux. Groot-Nederlanders drijven net als separatisten Romaans-België, Brussel en de Rand in de armen van Frankrijk en vernietigen het concept van de Benelux en, bij uitbreiding, van de EU. Dit hoopvolle project is immers niet gebouwd op een unie van taalgebieden, gelukkig maar of we konden tientallen grenzen hertekenen. De balkanisering zou totaal zijn.

Dat de overgrote meerderheid van de Belgen separatisme laat staan Groot-Nederlandismse volkomen ongenegen zijn, is genoegzaam door verschillende universitaire peilingen aangetoond. Daarom citeren de auteurs ook enkel Nederlandse peilingen. Maar eigenlijk moeten de Belgen de schuld voor de ontsporingen van Noord-Nederlanders als Wilders louter bij zichzelf zoeken, of beter gezegd bij hun politici. Als een klein land als het onze niet in staat is om orde op zaken te stellen, om een eenvoudige, efficiënte, goedkope, niet-nationalistische en niet-discriminerende staatsstructuur met nationale partijen en nationale media op poten te zetten, dan laten de ernstige gevolgen zich raden.

Geen opmerkingen: