donderdag 23 oktober 2008

Blunderboek Gravensteen, deel IV

De "Gravensteengroep" (www.gravensteengroep.org), een 'linkse' Vlaams-nationalistische denktank, geesteskind van "moraalfilosoof" E. Vermeersch, heeft – alweer – een Manifest gepubliceerd. Op 12 oktober jl. rolde het schrijfsel van de persen van De Standaard, onder de (noch begeesterende, noch geestige) titel "Wat bevat het witte blad?". Welk zijn nu de uitgangspunten die deze groep in zijn schrijven formuleert en welke kritiek valt erop te geven?

Allereerst doen deze intellectuelen alle voorstellen die ingaan tegen meer "Vlaamse autonomie" af als zijnde reactionair. Voorwaar een vreemde stelling. In alle meertalige of multiconfessionele staten wordt het verenigen van mensen met een verschillend geloof, van een verschillende taalgroep, van een diverse etnische afkomst e.d.m. net als uiterst progressief beschouwd. Denken we maar aan Noord-Ierland of aan Libanon. Zeker, dit proces gaat vaak gepaard met zeer veel moeite, maar niemand zal het in zijn hoofd halen om verenigen van mensen als "ouderwets" te bestempelen. Behalve in België. Daar zijn zogezegd enkel verzoeningsgezinden reactionairen. Het mag als een grote triomf van het nationalisme beschouwd worden dat zulke ideeën in brede (academische) kringen gemeengoed geworden zijn. We kunnen ons in dat verband de volgende vraag stellen: zal de toekomst meer of minder meertalige structuren, beslissingscentra, contacten, congressen e.d.m. brengen? De politicus of opiniemaker die meent dat dit niét het geval zal zijn, verkondigt onwaarheden. Wie wel begrijpt dat onze wereld dag na dag kleiner wordt – kijk maar naar de globale milieuproblematiek of, nog actueler, naar de dreigende, wereldwijde economische recessie – moet daaruit ook de nodige conclusies trekken. Zulks betekent dat de democratie zich ook dient aan te passen aan de mondiale dimensies van deze problemen. Die overstijgen nu eenmaal lands- en taalgrenzen. In dat opzicht soevereiniteit blijven prediken gaat gewoon in tegen de technologische en economische evolutie (of revolutie) die globaal plaatsvindt. Er is niet nood aan minder, maar net aan méér sterke, meertalige gehelen (België, Benelux, E.U.).

Ook op het niveau van de Europese Unie worden mensen en partijen die naar meer soevereiniteit ten koste van de Unie streven net daarom als zeer conservatief bestempeld. Men beelde zich maar eens in wat er zou gebeuren wanneer wekelijks of zelfs dagelijks Fransen en Duitsers, Denen en Grieken, Esten en Bulgaren zouden benadrukken hoe groot de onderlinge verschillen wel zijn...[1] Als het streven naar soevereiniteit werkelijk zeer toekomstgericht zou zijn, dan zou een partij als het Vlaams Belang op Belgisch én op Europees niveau de meest progressieve partij zijn. We menen toch te mogen stellen dat dit allerminst het geval is, wel integendeel.

Ten tweede stelt de Gravensteengroep dat voorstellen m.b.t. de staatshervorming niet mogen ingaan tegen de zogenaamde "Vlaamse resoluties". Met die "Vlaamse resoluties" bedoelt men de resoluties die in april 1999 goedgekeurd werden door het Vlaams Parlement (toen nog: Vlaamse Raad). Zij beogen een verregaande ontmanteling van de Belgische staat vanuit een exclusief tweeledig staatsstructuur. Minder geweten is dat het Vlaams parlement in deze niets te zeggen heeft. Inderdaad zijn noch de regionale, noch de communautaire parlementen (of regeringen) die ons land "rijk" zijn, bevoegd om beslissingen te nemen inzake het herverdelen van bevoegdheden. Deze bevoegdheid komt immers exclusief aan de federale grondwetgever (lees: het federale parlement) toe. Wat nog verbazender is, is dat deze groep, die zichzelf toch als intellectueel zijnde bestempelt, enerzijds akkoord gaat met onderhandelingen, maar anderzijds geen verzuchtingen toelaat die de vanzelfsprekend vrijblijvende resoluties van het Vlaams Parlement tegenspreken. Waarom dan nog onderhandelen?

Vervolgens doet de denkgroep uitschijnen dat de autonomistische politici uitermate redelijk zijn. Aan "Vlaamse kant" zou immers een "sterk aangelengde" versie van de Vlaamse resoluties bestaan zoals, de vraag om een regionale arbeidswetgeving, gedeeltelijke fiscale autonomie, gedeeltelijke regionalisering (sic, moet zijn: communautarisering) van de sociale zekerheid.

Nochtans bestaat er op heel de wereld niet een enkel (federaal) land waar het tewerkstellingsbeleid gesplitst is. Zijn de verschillen op gebied van arbeidsmarkt tussen Oost- en West-Duitsland, met zijn eengemaakt werkgelegenheidsbeleid, soms kleiner dan die tussen Vlaanderen en Wallonië? Rechtvaardigen (grote) verschillen de opdeling van een (meertalige) democratie? Bestaat democratie nu net niet omdat mensen nu eenmaal verschillen? Overigens kennen vele federale staten geen enkele vorm van fiscale autonomie. Waarom een Vlaamse of Franstalige sociale zekerheid socialer, beter, patiëntvriendelijker zijn zou, vernemen we helaas niet. Wat men in Brussel gaat doen bij een (gedeeltelijke) splitsing van de sociale zekerheid, komen we evenmin te weten. En dan zwijgen we in ons verhaal nog over de vele, reeds gesplitste bevoegdheden in België die – wederom – in geen enkele federatie buiten België op deelstatelijk niveau beheerd worden (zoals ondermeer ontwikkelingssamenwerking, buitenlandse handel en sport) maar waar niemand hier aanstoot aan schijnt te nemen.

Nochtans bestaat er op heel de wereld niet een enkel (federaal) land waar het tewerkstellingsbeleid gesplitst is. Zijn de verschillen op gebied van arbeidsmarkt tussen Oost- en West-Duitsland, met zijn eengemaakt werkgelegenheidsbeleid, soms kleiner dan die tussen Vlaanderen en Wallonië? Rechtvaardigen (grote) verschillen de opdeling van een (meertalige) democratie? Bestaat democratie nu net niet omdat mensen nu eenmaal verschillen? Overigens kennen vele federale staten geen enkele vorm van fiscale autonomie. Waarom een Vlaamse of Franstalige sociale zekerheid socialer, beter, patiëntvriendelijker zijn zou, vernemen we helaas niet. Wat men in Brussel gaat doen bij een (gedeeltelijke) splitsing van de sociale zekerheid, komen we evenmin te weten. En dan zwijgen we in ons verhaal nog over de vele, reeds gesplitste bevoegdheden in België die – wederom – in geen enkele federatie buiten België op deelstatelijk niveau beheerd worden (zoals ondermeer ontwikkelingssamenwerking, buitenlandse handel en sport) maar waar niemand hier aanstoot aan schijnt te nemen.

Etienne Vermeersch, architect van het Gravensteen-Blunderboek

Volledig te verwerpen volgens de lieden van de Gravensteengroep is dan weer de herfederalisering van bepaalde bevoegdheden, zoals geluidsnormen, ontwikkelingssamenwerking of sommige geneeskundige materies (zoals het preventiebeleid). Deze spreekwoordelijke "borrelnootjes" – om eens een modieus woordje te gebruiken – verzinken natuurlijk in het niets tegen vernoemde "aangelengde" (maar eigenlijk zeer verregaande) splitsingsvoorstellen. Maar de soevereiniteit der deelstaten wordt blijkbaar als zo onvervreemdbaar in die kringen beschouwd, dat elke aantasting ervan, hoe klein ook, als een ware schande wordt ervaren. Anderzijds wordt elke inkrimping ervan als een verraad aan de nationalistische zaak ervaren. Men waant zich in ex-Joegoslavië, maar dit is wel degelijk het welvarende België aan het begin van de 21ste eeuw. Het enige West-Europese land waar zulk een tomeloos nationalisme zelfs als "gematigd" aanzien wordt, niet in het minst door media en traditionele partijpolitiek die elke voeling met onze cultuur en geschiedenis verloren hebben en daarom de belangen van hun eigen bevolking en van Europa opofferen op het altaar van de veredelde dorpspolitiek dat men “staatshervorming” pleegt te noemen. Zullen de volgende generaties deze waanzin ooit begrijpen?

Dat federalisme en soevereiniteit overigens net haaks op mekaar staan is een redenering die bij Prof. Vermeersch en de zijnen, die zich als betrouwbare federalisten (sic) opwerpen, niet opkomt. In hun nationalistische geest is het uiteraard ondenkbaar dat reeds gesplitste bevoegdheden in Belgische en dus deels Franstalige handen zouden komen. Men lette op het feit dat het dezelfde mensen zijn die zeggen dat tussen autochtonen en allochtonen wél binnen dezelfde partijen en parlementen kan samengewerkt worden. Idem op Europees niveau, waar ze geen graten zien in samenwerking met en tussen Spanjaarden, Zweden en Montenegrijnen. Dienen in werkelijkheid zulke zelfverklaarde intellectuelen dan niet onmiddellijk de afschaffing van de Europese Unie, minstens de stopzetting van elke uitbreiding van de bevoegdheden van die Unie ten koste van de gemeenschappen en/of de gewesten, te eisen? Men kan toch immers niet volhouden dat binen een democratisch Europa – gesteld dat men dat wil – met zijn 27 lidstaten, 23 talen en drie alfabetten wel gaat lukken wat in het onooglijk kleine België voor onmogelijk gehouden wordt?



De Gravensteengroep verwerpt voorts ook een paritaire Senaat, een federale kieskring en samenvallende verkiezingen. We begrijpen eerlijk gezegd niet dat de nationalisten aanstoot nemen aan een paritaire Senaat, waarvan de leden rechtstreeks door de parlementen van de deelstaten worden aangeduid. Op die manier zouden de Vlaamse en Franse Gemeenschap rechtstreeks grip krijgen op grondwetswijzigingen [2]. Dit gezegd zijnde, is een paritaire Senaat zeker geen goede zaak met het oog op het verstevigen van de Belgische cohesie. Een paritaire Senaat zal immers uiterst polariserend werken, daar de Senatoren de facto enkel "Vlaanderen" en "Wallonië" (met een vleugje Brussel en snufje Duitstalig België) zullen vertegenwoordigen. Nieuwe communautaire conflicten staan in dat geval dus in de sterren geschreven [3].

Vanuit nationalistisch oogpunt is het natuurlijk logisch dat men een (gedeeltelijk) federale kieskring afwijst. Anderzijds lezen we in hetzelfde geschrift:

'Wat hierin [in het geval BHV] vooral stoort is dat men de afwezigheid van wederkerigheid in de staat België tot norm wil verheffen. Kandidaten uit Aarlen kunnen zich verkiesbaar stellen tot in Zemst, ten zuiden van Mechelen; omgekeerd mogen kandidaten uit Oostende of Hasselt niet eens in een Waalse gemeente met Vlaamse faciliteiten opkomen (bv Flobecq).'

Met andere woorden: de auteurs wijzen de oprichting van een federale kieskring af en vinden het tegelijk een aanfluiting van de democratie dat zulk een kieskring niet bestaat. Een sterker staaltje van intellectuele oneerlijkheid is nauwelijks denkbaar.

Het laten samenvallen van de federale en deelstatelijke verkiezingen zou tegen de "federale logica" en tegen de autonomie die deelstaten tijdens vorige staatshervormingen verworven hebben, indruisen. Is het omdat deelstaten autonomie verworven hebben dat zij, net als soevereine staten, recht zouden hebben op verkiezingen die volledig los staan van elk ander niveau? Indien zo, waarom ageren de nationalisten dan niet tegen het samenvallen van deelstatelijke en Europese verkiezingen?[4] Overigens vinden we in het denken van de Gravensteengroep weinig elementen terug die wijzen op een aanhankelijkheid aan de "federale logica". Zij misbruiken dit concept immers louter om het al sterk gedefederaliseerde België nog verder te ontmantelen.

De uitbreiding van Brussel tenslotte is volgens de Gravensteengroep onbespreekbaar en het "ongrondwettelijke" kiesarrondissement BHV moet gesplitst worden. Dat men Brussel niet wil uitbreiden – ook al beantwoordt dit aan sociaal-economische logica – valt nog (om taalkundige redenen) te begrijpen. Wat onbegrijpelijk is, is dat deze mensen zich mordicus verzetten tegen elke centripetale maatregel, in de naam van de "Vlaamse soevereiniteit". Neem nu het voorstel om een nieuw, Brabants Gewest te creëren, waarbij de taalgrens behouden blijft. Wie kan daar nu tegen zijn? Enerzijds natuurlijk francofone imperialisten die dan niet meer kunnen spreken over een "Groot-Brussel". Brabant zou in dat geval immers gedeeltelijk die functie vervullen. Maar anderzijds ook Vlaamse taalnationalisten, omdat dit de eenheid van België zou verstevigen. In die zin zijn extreme nationalisten aan beide zijden van de taalgrens trouwens elkaars objectieve bondgenoten.

Centraal in de verhouding van de Vlaamse taalnationalisten tot Brussel is het Januskopgezicht dat zij m.b.t. dit stadsgewest aannemen. Als het bijv. over taalmisstanden in Brusselse ziekenhuizen gaat, zijn zij de eerste om deze uit te bazuinen. Gaat het om "transfers" dan is Brussel plots "Franstalig België", ja zelfs "Wallonië". Eigenlijk interessseert Brussel hen gewoon om het als propagandistisch instrument te kunnen uitspelen[5]. Als ze immers werkelijk bekommerd waren om de toekomst van Brussel en die van de Nederlandstalige Brusselaars zouden ze elk separatistisch avontuur, waardoor de taalkundige rechten van deze bevolkingsgroep op een onverantwoorde wijze in acuut gevaar komen, resoluut afwijzen. En dan zouden ze zeker niet de onnoemelijke dwaasheid begaan om n.b. hun eigen hoofdstad te willen slachtofferen aan ... Frankrijk. Erg eigenlijk dat deze mensen zich als "Vlaamsgezind" bestempelen.



Over BHV blijven kan het niet voldoende herhaald worden dat deze kieskring niet ongrondwettelijk is[6]. Bovendien verbiedt de Grondwet niét het bestaan van meertalige, gewestgrensoverschrijdende kieskringen en zegt het Grondwettelijk Hof zeer duidelijk dat het enkel aan de Wetgever toekomt om de kieskringen vast te leggen. De Wetgever mag op het grondgebied van de oude provincie Brabant bovendien een uitzondering op de regel van provinciale kieskringen toelaten om aan bepaalde communautaire gevoeligheden tegemoet te komen[7]. Natuurlijk zou een Brabantse kieskring, of een nationale kieskring hier alle onduidelijkheid in één klap wegnemen, maar dat màg dan weer niet van de taalnationalisten.

Nationalisme en socialisme: verzoenbaar?

Voorts staan er nog zovele onnauwkeurigheden en veralgemeningen in dit manifest dat de toch al wankele basis ervan volledig ondergraven wordt. Zo spreekt men over de "deelstaat Vlaanderen", ofschoon "Vlaanderen" helemaal geen deelstaat is van België[8]. De auteurs hebben het ook over het feit dat bepaalde voorstellen (supra) "In strijd met de grondwet" opnieuw "de grenzen van Vlaanderen" verplaatsbaar maken. Hebben deze mensen de Grondwet al eens gelezen? Zoja, weten ze dan dat dit document enkel gewag maakt van het Vlaams Gewest en van de Vlaamse Gemeenschap? En beseffen ze, meer belangrijk, dat men krachtens art. 4 van de Belgische Grondwet weldegelijk de grenzen van taalgebieden kan wijzigen[9]? Niet dat we ervoor pleiten om dit te doen, maar de waarheid heeft ook haar rechten.

En wat te denken van dit citaat: "Franstaligen in België gaan ervan uit dat ze zomaar kunnen overschakelen van personenrechten naar territorialiteitsaanspraken, dat rechten van de persoon ertoe mogen of moeten leiden om grondgebied van de ene naar de andere deelstaat over te hevelen.".? Kan men met mensen die zulke grove veralgemeningen hanteren een ernstig gesprek aangaan? Het euvel dat deze lieden teistert is een verregaand hokjesdenken – ook al zullen ze dat zelf uiteraard in alle talen ontkennen – dat hen blind maakt voor de culturele verrijking van een meertalige democratie. Het gaat bovendien om veel meer dan België alleen, want met nationalisten valt gewoon geen democratisch (in tegenstelling tot diplomatiek) Europa op te bouwen. In die zin valt hun reactionair en neo-tribalistisch gedachtengoed, toegepast op globale schaal, zelfs een bedreiging voor de wereldvrede te noemen.

Conclusie: het gaat hier alweer om oude wijn in nieuwe vaten: België moet kapot ten gunste van een "Vlaamse" republiek, met Brussel als het kan en zonder Brussel als het moet. De groep waarschuwt ons overigens nog dat het niet aanvaarden van een autonomistische "staatshervorming" tot een "verdere radicalisering" (lees: tot meer autonomiestreven) zal leiden. Afgezien van de vraag wie zulk een chantage vandaag nog gelooft, gelet op het nog steeds zeer kleine aantal separatisten, moeten we, met andere woorden, een verdere afbraak van België en dus van onze meertalige democratie en unieke troeven binnen Europa toestaan om diezelfde afbraak te vermijden. Begrijpe wie kan! De Gravensteengroep heeft alvast haar naam niet gestolen: ze verspreidt inderdaad een ouderwets, neo-feodaal en onsamenhangend gedachtegoed…


[1] Men kan hier nog bij opmerken dat de verschillen tussen pakweg Portugezen en Finnen oneindig veel groter zijn dan die tussen Nederlands- en Franstaligen binnen België die (op het prinsbisdom Luik, d.i. het huidige Luik en Limburg die pas eind 18de eeuw tot de Zuidelijke Nederlanden gingen behoren) al meer dan 600 jaar in een sociaal-economische eenheid leven.

[2] De auteurs spreken in dat verband over "onze tweeledige staat". Weten zij dan niet dat noch op institutioneel – er bestaan drie gewesten, drie gemeenschappen, tien provincies, 589 gemeenten – noch op taalkundig vlak is België "tweeledig" is samengesteld?

[3] Het feit dat de Senaat niet meer rechtstreeks verkiesbaar is – de Senatoren worden aangeduid door de deelstaatsparlementen –, is een aanfluiting van de democratie. De deelstaten worden overigens niet eens gelijk vertegenwoordigd. De Franstalige Senatoren worden oververtegenwoordigd, de Duitstaligen moeten het stellen met één enkele Senator. Kortom, de samenstelling zelf van deze Assemblée vloekt met zijn eigen logica. Het goedwerkende systeem van dubbele deliberatie, dat ons land sedert 1831 kent, en zorgt voor een grondiger reflectie over de wetten en de werking van onze instellingen wordt vervangen door een verkapt monocameralisme.

[4] Vandaag vallen verkiezingen voor de deelstatelijke en Europese verkiezingen samen.

[5] Getuige daarvan dit citaat: "De tweede valstrik bestaat erin, dat men verwarring zaait tussen economische en taalcriteria. Wat men op taalvlak vanuit de Vlaamse Rand bij Brussel zou willen aanhechten, blijkt dan toevallig ook juist de Brusselse economische ruimte te versterken." Is deze versterking dan niet goed voor alle gewesten, ook voor het Vlaamse?

[6] Arrest 90/94 van het Arbitragehof.

[7] Arrest 73/2003 van het Arbitragehof (thans Grondwettelijk Hof).

[8] Wel bestaan er krachtens de Grondwet een Vlaams Gewest en een Vlaamse Gemeenschap.

[9] Art. 4 Belg. GW, derde lid:"De grenzen van de vier taalgebieden kunnen niet worden gewijzigd of gecorrigeerd dan bij een wet, aangenomen met de meerderheid van de stemmen in elke taalgroep van elke Kamer, op voorwaarde dat de meerderheid van de leden van elke taalgroep aanwezig is en voor zover het totaal van de ja-stemmen in beide taalgroepen twee derden van de uitgebrachte stemmen bereikt. De grenzen van de vier taalgebieden kunnen niet worden gewijzigd of gecorrigeerd dan bij een wet, aangenomen met de meerderheid van de stemmen in elke taalgroep van elke Kamer, op voorwaarde dat de meerderheid van de leden van elke taalgroep aanwezig is en voor zover het totaal van de ja-stemmen in beide taalgroepen twee derden van de uitgebrachte stemmen bereikt."

1 opmerking:

Anoniem zei

Voortaan heeft men het beter over de Grafsteengroep denk ik.

Hoe eerder dood en begraven hoe beter...