De evolutie naar een “confederaal België”, wat houdt dat eigenlijk
in? Worden we daar met zijn allen beter van? Gaat het om een loutere
aanpassing – of vervolmaking – van het systeem dat we vandaag kennen of
is er meer aan de hand? Is het nu separatisme of net het tegendeel
ervan, een tussen- of een eindstation of nog iets anders? Vijftien
vragen, ter overweging aangeboden.
1) Wat betekent “confederalisme” ?
Confederalisme is een unie van twee of meerdere onafhankelijke
staten, die zelf – door middel van een internationaal verdrag –
beslissen wat ze samen doen.
2) Is er een verschil tussen federalisme en confederalisme ?
Zeer zeker. De twee hebben niets met elkaar te maken. Federalisme
(een bondsstaat) betekent dat je één staat hebt met meerdere wetgevers.
In België gaat zijn die wetgevende machten het federale Parlement en de
parlementen van de gewesten en de gemeenschappen. De gewesten en de
gemeenschappen zijn echter onderdelen van de federale staat. Zij oefenen
slechts bevoegdheden uit die hen door het federaal Parlement toegekend
worden.
In een confederaal systeem (een statenbond) wordt deze logica
omgedraaid: de lidstaten van de confederatie delegeren door een
internationaal verdrag (zie punt 1) bevoegdheden naar de confederale
overheid. In een federatie stemt een democratisch verkozen federaal
parlement wetten. In een confederatie ligt de macht bij de lidstaten van
de confederatie die akkoorden sluiten. Daardoor vertoont de
confederatie een onderhandeld en diplomatiek karakter, in tegenstelling
tot de federatie waarbinnen volksvertegenwoordigers verantwoording
verantwoording verschuldigd zijn aan de hele natie. Deze tegenstelling
tussen diplomatiek overleg en democratische verantwoordelijkheid maken
beiden stelsels niet alleen verschillend. Meer nog, ze zijn elkaars
tegengestelden. De bewering als zou confederalisme een “doorgedreven
vorm van separatisme zijn” is onwaar.
3) Is er een verband tussen confederalisme en separatisme?
Aangezien een confederatie enkel maar tot stand kan komen na een
internationaal verdrag tussen twee onafhankelijke landen, veronderstelt
dit het bestaan van deze entiteiten. In de Belgische praktijk komt dit
op het volgende neer: de Belgische federatie dient eerst ontbonden te
worden in twee of meerdere delen, bv. Vlaanderen, Wallonië en Brussel.
Vervolgens kunnen die nieuwe en onafhankelijke staten een verdrag
afsluiten, waarin ze vastleggen welke bevoegdheden ze op confederaal
vlak willen uitoefenen.
Schematisch kan dit als volgt weergegeven worden:
FEDERAAL BELGIË => ONAFHANKELIJK VLAANDEREN, WALLONIË, BRUSSEL => BELGISCHE STATENBOND
Zodoende impliceert confederalisme niet alleen separatisme – want dat
is nodig om tot onafhankelijke staten te komen – het is er zelfs een
doorgedreven vorm van.
4) Wat is het wezenlijke verschil tussen confederalisme en separatisme?
In wezen is er geen verschil. Een separatist (of een independentist)
streeft naar een onafhankelijk Vlaanderen (Wallonië). Een confederalist
ook, maar die biedt na de onafhankelijkheid nog een samenwerkingsverdrag
aan.
Men kan dus niet voor confederalisme en tegen separatisme (onafhankelijkheid) zijn.
5) Vertoont het confederalisme nog andere kenmerken?
Ja.
(1) In een confederaal model houdt de Belgische staat (en grondwet)
op te bestaan. Meer concreet zou in dit scenario België geen staat meer
zijn, maar enkel nog een overkoepeling van soevereine lidstaten. Daaruit
volgt dat de Belgische nationaliteit ophoudt met bestaan en er enkel
nog “Vlamingen” en “Walen” zouden zijn.
(2) In een confederaal model wordt het Belgische parlement niet meer
rechtstreeks verkozen, maar duiden de leden van de lidstaten aan wie er
in de confederale “Raad” zetelt. Zo’n getrapt kiessysteem raakte
overigens sedert de 18de eeuw in onbruik. Confederaties bestonden dan
ook vooral in het feodale tijdvak.
(3) De confederatie oefent, in de regel, zeer beperkte bevoegdheden uit.
(4) Elke lidstaat heeft op confederaal vlak een eenzijdig vetorecht,
wat uiteraard tot voortdurende chantage kan leiden. Wanneer de rijkere
lidstaat het niet eens is met de politiek van de armere lidstaat kan zij
ermee dreigen de onderhandelde solidariteit (interpersonele
solidariteit zoals we die thans in België kennen houdt op te bestaan,
het gaat immers om twee of meer verschillende landen) eenzijdig op te
blazen. De confederatie is van nature een instabiel model omwille van de
permanente diplomatie die een geïnstitutionaliseerd karakter vertoont.
(5) De lidstaten hebben ten allen tijde een eenzijdig uitstaprecht
uit de confederatie, hetgeen voortvloeit uit het feit dat ze
onafhankelijk zijn.
6) Zijn er op dit moment confederaties?
Neen.
7) Men zegt dat Zwitserland een confederatie is?
Dit hardnekkig misverstand vloeit voort uit de benaming van
Zwitserland – Confoederatio Helvetica, Helvetische Confederatie. Deze
benaming is slechts een relikwie uit oudere tijden. Sedert 1848 is
Zwitserland een confederatie met 26 kantons, vier officiële talen,
meertalige openbare diensten en universiteiten, federale partijen, een
bicameralisme, een eengemaakte buitenlandse politiek enz. Wie zegt dat
Zwitserland een confederatie is, kan ook zeggen dat Noord-Korea –
officieel: de democratische volksrepubliek Korea (DPRK) – een democratie
is.
8) Zijn er dan voorbeelden van confederaties?
Sedert het einde van de 18de eeuw zijn er een aantal confederaties
geweest. Denken we aan de Verenigde Staten van Amerika, waar de
onafhankelijke staten in 1776 een verdrag sloten en zich in 1787 van
statenbond tot federatie transformeerden. De Duitse Bond was van 1815
tot 1866 een losse confederatie die alle Duitse vorstendommen (met
inbegrip van het huidige Tsjechië, Kroatie en delen van Noord-Italië)
omvatte. De Oostenrijks-Duitse oorlog (1866) maakte een einde aan deze
structuur. Oostenrijk-Hongarije was na het Ausgleich – verdrag dat om de
tien jaar bij goedkeuring van beide lidstaten verlengd moest worden –
van 1867-1918 een tweeledige confederatie. Tussen 1958 en 1961 vormden
Egypte en Syrië een confederatie (een experiment dat in een oorlog
eindigde). Servië-Montenegro vormden van 2003 tot 2006, moment waarop
Montenegro zich eenzijdig afscheidde, een confederatie.
9) Men zegt dat België een confederatie “sui generis” kan zijn?
Federalistische systemen verschillen van land tot land, maar hebben
altijd één gemeenschappelijk kenmerk – ook in België – het zijn staten
waar het federaal parlement de bevoegdheden verdeelt. Confederalistische
systemen hebben altijd het gemeenschappelijk kenmerk dat ze uit
onafhankelijke staten bestaan. Men kan derhalve nooit een Belgisch
confederalisme hebben zonder de Belgische staat als rechtsentiteit op te
heffen. Kortom, een confederatie ‘sui generis’ is een onwaarheid.
10) Kan art. 35 van de Grondwet België dan niet omvormen tot een confederatie?
Artikel 35 van de Belgische Grondwet stipuleert: “De federale
overheid is slechts bevoegd voor de aangelegenheden die de Grondwet en
de wetten, krachtens de Grondwet zelf uitgevaardigd, haar uitdrukkelijk
toekennen. De gemeenschappen of de gewesten zijn, ieder wat hem betreft,
bevoegd voor de overige aangelegenheden onder de voorwaarden en op de
wijze bepaald door de wet. Deze wet moet worden aangenomen met de
meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid. (i.e. een wet, aangenomen
met de meerderheid van de stemmen in elke taalgroep van elke Kamer, op
voorwaarde dat de meerderheid van de leden van elke taalgroep aanwezig
is en voor zover het totaal van de ja-stemmen in beide taalgroepen twee
derden van de uitgebrachte stemmen bereikt.).”
Deze grondwetswijziging kan er dus slechts komen indien ze door beide
Kamers (= Constituante) bekrachtigd is en wanneer art. 35 ter
herziening vatbaar verklaard wordt (hetgeen nu niet gebeurde, behoudens
men alsnog de procedure van de Grondwet, via art. 195 – wel ter
herziening vatbaar verklaard – zal herzien, hetgeen het Parlement
toelaat om elk artikel te veranderen). De Constituante brengt hoe dan
ook in het geval van de invulling van art. 35 een grondwetswijziging
aan. Een confederatie heeft geen Grondwet, wordt niet door een
constituante bevoegd, heeft nood aan onafhankelijke entiteiten enz.
Anders gezegd, art. 35 van de Belgische Grondwet kan België uiteraard
niet omvormen tot een confederatie.
11) Hoe kan men dan komen tot een confederaal systeem?
Door een eenzijdige of onderhandelde opdoeking van de Belgische staat
en (derhalve van de) Grondwet (hetgeen op zich al een constitutionele
onmogelijkheid is, gelet op art. 91 van de Grondwet, 2de lid en art. 187
van de Grondwet, alsook van de grondwettelijke decreten van november
1830).
De facto rest enkel nog de mogelijkheid om niet alleen buiten het
grondwettelijk kader te treden en zelfs dit grondwettelijk kader op te
heffen.
12) Kan een volgende staatshervorming die naar confederalisme leidt dan geen “eindstation” zijn?
Deze bewering is gratuit en manifest onwaar en wel omwille van volgende redenen:
1) Confederalisme impliceert een staatsvorming, geen staatshervorming.
2) Zelfs al zou confederalisme een eindpunt zijn in de staatshervorming
(sic), dan nog: bij elke vorige staatshervorming werd verkondigd dat
deze een eindpunt zou vormen … en dat al 40 jaar lang.
3) Zelfs al zou een confederale staatshervorming (sic) mogelijk zijn –
quod non – dan nog staat het elke lidstaat vrij om zijn eigen weg te
gaan; zelfs al zou men de invulling van artikel 35 omschrijven als
“confederalisme” – hetgeen baarlijke nonsens is – dan nog kan art. 35
altijd opnieuw worden gewijzigd, behoudens men de grondwet onwijzigbaar
maakt (wat uiteraard de facto onmogelijk is).
13) Allemaal goed en wel, maar uiteindelijk is het toch een spel met
termen niet, we zeggen dan wel confederalisme, maar eigenlijk bedoelen
we een “doorgedreven federalisme”?
Wie dat bedoelt moet het ook in die woorden zeggen en de term
“confederalisme” laten vallen. Zoniet is hij (of zij) óf een
secessionist óf schotelt hij (of zij) de kiezers moedwillig onwaarheden
voor.
14) Federalisme, confederalisme: komt het uiteindelijk niet op de inhoud aan?
Een inhoud kan pas gegeven worden als men weet waarover men spreekt.
Een confederatie betekent dat er één land bestaat, een confederatie
betekent dat we spreken over twee of meerdere landen. Zo simpel is het.
15) Is het huidige federalisme dan niet onwerkbaar?
Elk systeem is maar werkbaar in die mate dat men over de politieke
wil beschikt om het te doen werken. Het slechtste staatsbestel is
werkbaar wanneer politici van goede wil het doen werken.
Dit gezegd zijnde is het ironisch om te moeten vaststellen dat
diegenen die ons eerst het federalisme wilde opleggen – waarvan Gaston
Eyskens in zijn mémoires zei dat het bij een referendum door de grote
meerderheid van de Belgen zou verworpen worden – nu komen vertellen dat
België moet evolueren naar een losse statenbond omdat het systeem dat
zij wensten niet werkt.
In de context van de huidige globalisering, van financiële en
ecologische catastrofes is het gewoonweg absurd om in een communautair
moeras te blijven steken omdat het nationalisme “nu eenmaal” salonfähig
is in België. Er zijn gewoonweg veel te veel overheden voor een land met
de inwoners van een internationale grootstad.
Het wordt hoog tijd om de
gewesten en de gemeenschappen, die dragers zijn van het “federalisme”
dat in wezen gewoon twee taalgroepen tegen elkaar opzet af te schaffen.
Enkel een meerpolig systeem waarbij het zwaartepunt bij de centrale
overheid ligt (minstens zes entiteiten die geen nationalistische
aspiraties betonen) biedt stabiliteit. Wat in Nederland kan, moet ook
bij ons mogeljk zijn. Daarvoor moeten natuurlijk wel moedige politici,
die denken aan het algemeen belang gevonden worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten