« Elio Di Rupo
herinnert er tevens aan dat de Franstaligen geen vragende partij zijn
voor een nieuwe staatshervorming en dat indien ze aan zo'n discussie
zouden deelnemen, de eerste eis die ze op tafel zouden leggen, de
uitbreiding van het Brussels hoofdstedelijk gewest is »
Persbericht PS, 26 november 2006
Laten we om te beginnen de zaken duidelijk stellen: BHV is niet
gesplitst.
Wel is er op 14 september 2011 tussen de acht onderhandelende partijen een akkoord gesloten dat voorziet in de splitsing van BHV. Tot nader order is het aan de Kamer en de Senaat om dat te ratificeren.
Wel is er op 14 september 2011 tussen de acht onderhandelende partijen een akkoord gesloten dat voorziet in de splitsing van BHV. Tot nader order is het aan de Kamer en de Senaat om dat te ratificeren.
De
media zijn euforisch over het “historische” akkoord dat bereikt werd. Maar wat is er nu precies beslist en wie wint bij dit
akkoord?
Op
26 mei 2003 bepaalde het Arbitragehof dat er een “oplossing” moest bereikt
worden omtrent het kiesdistrict BHV voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers.
In alle andere provincies zijn er immers provinciale kieskringen, maar niet in
Vlaams-Brabant. Nochtans meende het Hof in zijn Arrest dat een
uitzonderingstoestand i.v.m. de kieskringen in de oude provincie Brabant
toegestaan was om het communautaire evenwicht te bewaren. Dat impliceerde dat
BHV kon blijven bestaan. Nochtans werd vroeger ook al over BHV onderhandeld: in
1977 was er een akkoord dat – onder druk van de Vlaamse Beweging –
uiteindelijk werd afgeschoten, in 2005 was er een akkoord dat door
Spirit werd afgeschoten, in 2010 kwam er onder Dehaene bijna een akkoord.
BHV
is zowel een kies- als een gerechtelijk arrondissement, dat zich uitstrekt over
54 gemeenten: 19 Brusselse gemeenten en 35 Brabantse gemeenten, waaronder 6
faciliteitengemeenten. Het is de enige echt democratische kieskring, omdat men
er voor alle Belgische partijen kan stemmen.
- Voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers en de Europese verkiezingen verdwijnt de kieskring BHV en wordt ze gesplitst in een kieskring Halle-Vilvoorde en een kieskring Brussel.
- De Senaat wordt een onrechtstreeks verkozen orgaan, bestaande uit 60 Senatoren. Tien Senatoren worden gecoöpteerd door de Kamer van Volksvertegenwoordigers, vijftig door de gemeenschappen (dit impliceert eveneens het einde van de Senatoren van rechtswege).
- De gerechtelijke kieskring wordt “ontdubbeld”: in de praktijk betekent dit o.a. dat het tweetalige tribunaal van eerste aanleg in BHV vervangen wordt door een eentalig Frans tribunaal en een eentalig Nederlands tribunaal (nadere modaliteiten zijn nog niet bekend), beiden bevoegd over heel BHV.
Welk zijn de “compensaties”?
- De inwoners van de faciliteitengemeenten kunnen voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers stemmen op Brusselse of op Vlaams-Brabantse lijsten. Of dit voor de Europese verkiezingen geldt is onbekend.
- Niet-benoemde burgemeesters worden “dienstdoende” burgemeesters en kunnen in geval van niet-benoeming terecht voor de gemengde Kamer van de Raad van State i.p.v. voor een Nederlandstalige Kamer van de Raad van State.
- Er komt een versoepeling van de regeling rond de stemmen in het buitenland die een deel van het Franstalige stemmenverlies compenseert.
- Er komt een metropolitane regio die heel Brabant omvat, het gaat hier om een grondwettelijke instelling.
- De juridische rechten van de Franstaligen in Halle-Vilvoorde worden in de Grondwet ingeschreven.
- De omzendbrief-Peeters zou “geneutraliseerd” worden. In de praktijk kan een administratieve betwisting nu (ook) aan de visie van Franstalige rechters getoetst worden.
- Het Brussels gewest zou voor meer dan 600 miljoen euro/jaar geherfinancierd worden
In
het bijna akkoord van 2005 waren volgende “compensaties” voorzien:
1. De inwoners van de faciliteitengemeenten konden voor de
Kamer van Volksvertegenwoordigers stemmen op Brusselse of op Vlaams-Brabantse
lijsten. Dit statuut werd bovendien uitgebreid tot 16 andere gemeenten,
waar voor de Kamerverkiezingen een inschrijvingsrecht zou mogelijk zijn
in Brussel.
2. (2)– (4) kwamen in 2005 niet aan bod.
5. Het juridisch arrondissement werd, net als in 2011, “ontdubbeld”
zonder evenwel de juridische rechten van de Franstaligen in de Grondwet in te
schrijven.
6. De omzendbrief-Peeters werd afgeschaft
7. Er zou een substantiële herfinanciering komen van het
Brussels gewest gekomen zijn
8. Voor de Senaat werd de kieskring niet gesplitst
9. Voor de Europese verkiezingen werd de kieskring niet
gesplitst
10. De Franse gemeenschap zou persoonsgebonden bevoegdheden
krijgen in de Rand (en dus niet enkel in de faciliteitengemeenten)
Het
huidige akkoord is dus zichtbaar veel nadeliger dan dat van 2005. Zelfs in
vergelijking met de nota-Di Rupo is dit akkoord een forse achteruitgang. De “unitaristische
borrelnootjes” – een federale kieskring voor amper tien Kamerleden;
tweetaligheid diensten in Brussel; ratificering minderhedenverdrag; afschaffing
verbod op regionale lijsten in Brussel – zijn volledig verdwenen. Di Rupo
loog dus op 21 juli toen hij zei dat die punten naar commissies zouden
verschuiven.
Sterker
nog, er is zelfs geen sprake meer van de benoeming van de huidige burgemeesters,
een substantiële invulling van de Brusselse Metropolitane gemeenschap, een
gedeelde bevoegdheid van de drie gewesten over de afritten van de ring rond
Brussel. laat staan van een uitbreiding van Brussel of van de Franse
gemeenschap. Di Rupo heeft dus zijn eigen (minimalistische) nota
verloochend.
De
Franstalige partijen – op één na (waarover meer in een andere tekst) –
hebben hun kiezers, anders gezegd, volledig in de steek gelaten. Andere
Franstalige eisen, zoals een benoeming van de burgemeesters door de federale
regering, een rechtstreekse verkiezing ervan, het onttrekken van de voogdij van
het Vlaams gewest een aanpassing van de
oververtegenwoordiging van de Nederlandstalige partijen in de hoofdstad, een
uitbreiding van de faciliteiten, een versoepeling van de taalwetgeving enz.
zijn volledig verdwenen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten