vrijdag 24 oktober 2008
donderdag 23 oktober 2008
Blunderboek Gravensteen, deel IV
De "Gravensteengroep" (www.gravensteengroep.org), een 'linkse' Vlaams-nationalistische denktank, geesteskind van "moraalfilosoof" E. Vermeersch, heeft – alweer – een Manifest gepubliceerd. Op 12 oktober jl. rolde het schrijfsel van de persen van De Standaard, onder de (noch begeesterende, noch geestige) titel "Wat bevat het witte blad?". Welk zijn nu de uitgangspunten die deze groep in zijn schrijven formuleert en welke kritiek valt erop te geven?
Allereerst doen deze intellectuelen alle voorstellen die ingaan tegen meer "Vlaamse autonomie" af als zijnde reactionair. Voorwaar een vreemde stelling. In alle meertalige of multiconfessionele staten wordt het verenigen van mensen met een verschillend geloof, van een verschillende taalgroep, van een diverse etnische afkomst e.d.m. net als uiterst progressief beschouwd. Denken we maar aan Noord-Ierland of aan Libanon. Zeker, dit proces gaat vaak gepaard met zeer veel moeite, maar niemand zal het in zijn hoofd halen om verenigen van mensen als "ouderwets" te bestempelen. Behalve in België. Daar zijn zogezegd enkel verzoeningsgezinden reactionairen. Het mag als een grote triomf van het nationalisme beschouwd worden dat zulke ideeën in brede (academische) kringen gemeengoed geworden zijn. We kunnen ons in dat verband de volgende vraag stellen: zal de toekomst meer of minder meertalige structuren, beslissingscentra, contacten, congressen e.d.m. brengen? De politicus of opiniemaker die meent dat dit niét het geval zal zijn, verkondigt onwaarheden. Wie wel begrijpt dat onze wereld dag na dag kleiner wordt – kijk maar naar de globale milieuproblematiek of, nog actueler, naar de dreigende, wereldwijde economische recessie – moet daaruit ook de nodige conclusies trekken. Zulks betekent dat de democratie zich ook dient aan te passen aan de mondiale dimensies van deze problemen. Die overstijgen nu eenmaal lands- en taalgrenzen. In dat opzicht soevereiniteit blijven prediken gaat gewoon in tegen de technologische en economische evolutie (of revolutie) die globaal plaatsvindt. Er is niet nood aan minder, maar net aan méér sterke, meertalige gehelen (België, Benelux, E.U.).
Ook op het niveau van de Europese Unie worden mensen en partijen die naar meer soevereiniteit ten koste van de Unie streven net daarom als zeer conservatief bestempeld. Men beelde zich maar eens in wat er zou gebeuren wanneer wekelijks of zelfs dagelijks Fransen en Duitsers, Denen en Grieken, Esten en Bulgaren zouden benadrukken hoe groot de onderlinge verschillen wel zijn...[1] Als het streven naar soevereiniteit werkelijk zeer toekomstgericht zou zijn, dan zou een partij als het Vlaams Belang op Belgisch én op Europees niveau de meest progressieve partij zijn. We menen toch te mogen stellen dat dit allerminst het geval is, wel integendeel.
Ten tweede stelt de Gravensteengroep dat voorstellen m.b.t. de staatshervorming niet mogen ingaan tegen de zogenaamde "Vlaamse resoluties". Met die "Vlaamse resoluties" bedoelt men de resoluties die in april 1999 goedgekeurd werden door het Vlaams Parlement (toen nog: Vlaamse Raad). Zij beogen een verregaande ontmanteling van de Belgische staat vanuit een exclusief tweeledig staatsstructuur. Minder geweten is dat het Vlaams parlement in deze niets te zeggen heeft. Inderdaad zijn noch de regionale, noch de communautaire parlementen (of regeringen) die ons land "rijk" zijn, bevoegd om beslissingen te nemen inzake het herverdelen van bevoegdheden. Deze bevoegdheid komt immers exclusief aan de federale grondwetgever (lees: het federale parlement) toe. Wat nog verbazender is, is dat deze groep, die zichzelf toch als intellectueel zijnde bestempelt, enerzijds akkoord gaat met onderhandelingen, maar anderzijds geen verzuchtingen toelaat die de vanzelfsprekend vrijblijvende resoluties van het Vlaams Parlement tegenspreken. Waarom dan nog onderhandelen?
Vervolgens doet de denkgroep uitschijnen dat de autonomistische politici uitermate redelijk zijn. Aan "Vlaamse kant" zou immers een "sterk aangelengde" versie van de Vlaamse resoluties bestaan zoals, de vraag om een regionale arbeidswetgeving, gedeeltelijke fiscale autonomie, gedeeltelijke regionalisering (sic, moet zijn: communautarisering) van de sociale zekerheid.
Nochtans bestaat er op heel de wereld niet een enkel (federaal) land waar het tewerkstellingsbeleid gesplitst is. Zijn de verschillen op gebied van arbeidsmarkt tussen Oost- en West-Duitsland, met zijn eengemaakt werkgelegenheidsbeleid, soms kleiner dan die tussen Vlaanderen en Wallonië? Rechtvaardigen (grote) verschillen de opdeling van een (meertalige) democratie? Bestaat democratie nu net niet omdat mensen nu eenmaal verschillen? Overigens kennen vele federale staten geen enkele vorm van fiscale autonomie. Waarom een Vlaamse of Franstalige sociale zekerheid socialer, beter, patiëntvriendelijker zijn zou, vernemen we helaas niet. Wat men in Brussel gaat doen bij een (gedeeltelijke) splitsing van de sociale zekerheid, komen we evenmin te weten. En dan zwijgen we in ons verhaal nog over de vele, reeds gesplitste bevoegdheden in België die – wederom – in geen enkele federatie buiten België op deelstatelijk niveau beheerd worden (zoals ondermeer ontwikkelingssamenwerking, buitenlandse handel en sport) maar waar niemand hier aanstoot aan schijnt te nemen.
Nochtans bestaat er op heel de wereld niet een enkel (federaal) land waar het tewerkstellingsbeleid gesplitst is. Zijn de verschillen op gebied van arbeidsmarkt tussen Oost- en West-Duitsland, met zijn eengemaakt werkgelegenheidsbeleid, soms kleiner dan die tussen Vlaanderen en Wallonië? Rechtvaardigen (grote) verschillen de opdeling van een (meertalige) democratie? Bestaat democratie nu net niet omdat mensen nu eenmaal verschillen? Overigens kennen vele federale staten geen enkele vorm van fiscale autonomie. Waarom een Vlaamse of Franstalige sociale zekerheid socialer, beter, patiëntvriendelijker zijn zou, vernemen we helaas niet. Wat men in Brussel gaat doen bij een (gedeeltelijke) splitsing van de sociale zekerheid, komen we evenmin te weten. En dan zwijgen we in ons verhaal nog over de vele, reeds gesplitste bevoegdheden in België die – wederom – in geen enkele federatie buiten België op deelstatelijk niveau beheerd worden (zoals ondermeer ontwikkelingssamenwerking, buitenlandse handel en sport) maar waar niemand hier aanstoot aan schijnt te nemen.
Etienne Vermeersch, architect van het Gravensteen-Blunderboek
Volledig te verwerpen volgens de lieden van de Gravensteengroep is dan weer de herfederalisering van bepaalde bevoegdheden, zoals geluidsnormen, ontwikkelingssamenwerking of sommige geneeskundige materies (zoals het preventiebeleid). Deze spreekwoordelijke "borrelnootjes" – om eens een modieus woordje te gebruiken – verzinken natuurlijk in het niets tegen vernoemde "aangelengde" (maar eigenlijk zeer verregaande) splitsingsvoorstellen. Maar de soevereiniteit der deelstaten wordt blijkbaar als zo onvervreemdbaar in die kringen beschouwd, dat elke aantasting ervan, hoe klein ook, als een ware schande wordt ervaren. Anderzijds wordt elke inkrimping ervan als een verraad aan de nationalistische zaak ervaren. Men waant zich in ex-Joegoslavië, maar dit is wel degelijk het welvarende België aan het begin van de 21ste eeuw. Het enige West-Europese land waar zulk een tomeloos nationalisme zelfs als "gematigd" aanzien wordt, niet in het minst door media en traditionele partijpolitiek die elke voeling met onze cultuur en geschiedenis verloren hebben en daarom de belangen van hun eigen bevolking en van Europa opofferen op het altaar van de veredelde dorpspolitiek dat men “staatshervorming” pleegt te noemen. Zullen de volgende generaties deze waanzin ooit begrijpen?
Dat federalisme en soevereiniteit overigens net haaks op mekaar staan is een redenering die bij Prof. Vermeersch en de zijnen, die zich als betrouwbare federalisten (sic) opwerpen, niet opkomt. In hun nationalistische geest is het uiteraard ondenkbaar dat reeds gesplitste bevoegdheden in Belgische en dus deels Franstalige handen zouden komen. Men lette op het feit dat het dezelfde mensen zijn die zeggen dat tussen autochtonen en allochtonen wél binnen dezelfde partijen en parlementen kan samengewerkt worden. Idem op Europees niveau, waar ze geen graten zien in samenwerking met en tussen Spanjaarden, Zweden en Montenegrijnen. Dienen in werkelijkheid zulke zelfverklaarde intellectuelen dan niet onmiddellijk de afschaffing van de Europese Unie, minstens de stopzetting van elke uitbreiding van de bevoegdheden van die Unie ten koste van de gemeenschappen en/of de gewesten, te eisen? Men kan toch immers niet volhouden dat binen een democratisch Europa – gesteld dat men dat wil – met zijn 27 lidstaten, 23 talen en drie alfabetten wel gaat lukken wat in het onooglijk kleine België voor onmogelijk gehouden wordt?
De Gravensteengroep verwerpt voorts ook een paritaire Senaat, een federale kieskring en samenvallende verkiezingen. We begrijpen eerlijk gezegd niet dat de nationalisten aanstoot nemen aan een paritaire Senaat, waarvan de leden rechtstreeks door de parlementen van de deelstaten worden aangeduid. Op die manier zouden de Vlaamse en Franse Gemeenschap rechtstreeks grip krijgen op grondwetswijzigingen [2]. Dit gezegd zijnde, is een paritaire Senaat zeker geen goede zaak met het oog op het verstevigen van de Belgische cohesie. Een paritaire Senaat zal immers uiterst polariserend werken, daar de Senatoren de facto enkel "Vlaanderen" en "Wallonië" (met een vleugje Brussel en snufje Duitstalig België) zullen vertegenwoordigen. Nieuwe communautaire conflicten staan in dat geval dus in de sterren geschreven [3].
Vanuit nationalistisch oogpunt is het natuurlijk logisch dat men een (gedeeltelijk) federale kieskring afwijst. Anderzijds lezen we in hetzelfde geschrift:
'Wat hierin [in het geval BHV] vooral stoort is dat men de afwezigheid van wederkerigheid in de staat België tot norm wil verheffen. Kandidaten uit Aarlen kunnen zich verkiesbaar stellen tot in Zemst, ten zuiden van Mechelen; omgekeerd mogen kandidaten uit Oostende of Hasselt niet eens in een Waalse gemeente met Vlaamse faciliteiten opkomen (bv Flobecq).'
Met andere woorden: de auteurs wijzen de oprichting van een federale kieskring af en vinden het tegelijk een aanfluiting van de democratie dat zulk een kieskring niet bestaat. Een sterker staaltje van intellectuele oneerlijkheid is nauwelijks denkbaar.
Het laten samenvallen van de federale en deelstatelijke verkiezingen zou tegen de "federale logica" en tegen de autonomie die deelstaten tijdens vorige staatshervormingen verworven hebben, indruisen. Is het omdat deelstaten autonomie verworven hebben dat zij, net als soevereine staten, recht zouden hebben op verkiezingen die volledig los staan van elk ander niveau? Indien zo, waarom ageren de nationalisten dan niet tegen het samenvallen van deelstatelijke en Europese verkiezingen?[4] Overigens vinden we in het denken van de Gravensteengroep weinig elementen terug die wijzen op een aanhankelijkheid aan de "federale logica". Zij misbruiken dit concept immers louter om het al sterk gedefederaliseerde België nog verder te ontmantelen.
De uitbreiding van Brussel tenslotte is volgens de Gravensteengroep onbespreekbaar en het "ongrondwettelijke" kiesarrondissement BHV moet gesplitst worden. Dat men Brussel niet wil uitbreiden – ook al beantwoordt dit aan sociaal-economische logica – valt nog (om taalkundige redenen) te begrijpen. Wat onbegrijpelijk is, is dat deze mensen zich mordicus verzetten tegen elke centripetale maatregel, in de naam van de "Vlaamse soevereiniteit". Neem nu het voorstel om een nieuw, Brabants Gewest te creëren, waarbij de taalgrens behouden blijft. Wie kan daar nu tegen zijn? Enerzijds natuurlijk francofone imperialisten die dan niet meer kunnen spreken over een "Groot-Brussel". Brabant zou in dat geval immers gedeeltelijk die functie vervullen. Maar anderzijds ook Vlaamse taalnationalisten, omdat dit de eenheid van België zou verstevigen. In die zin zijn extreme nationalisten aan beide zijden van de taalgrens trouwens elkaars objectieve bondgenoten.
Centraal in de verhouding van de Vlaamse taalnationalisten tot Brussel is het Januskopgezicht dat zij m.b.t. dit stadsgewest aannemen. Als het bijv. over taalmisstanden in Brusselse ziekenhuizen gaat, zijn zij de eerste om deze uit te bazuinen. Gaat het om "transfers" dan is Brussel plots "Franstalig België", ja zelfs "Wallonië". Eigenlijk interessseert Brussel hen gewoon om het als propagandistisch instrument te kunnen uitspelen[5]. Als ze immers werkelijk bekommerd waren om de toekomst van Brussel en die van de Nederlandstalige Brusselaars zouden ze elk separatistisch avontuur, waardoor de taalkundige rechten van deze bevolkingsgroep op een onverantwoorde wijze in acuut gevaar komen, resoluut afwijzen. En dan zouden ze zeker niet de onnoemelijke dwaasheid begaan om n.b. hun eigen hoofdstad te willen slachtofferen aan ... Frankrijk. Erg eigenlijk dat deze mensen zich als "Vlaamsgezind" bestempelen.
Over BHV blijven kan het niet voldoende herhaald worden dat deze kieskring niet ongrondwettelijk is[6]. Bovendien verbiedt de Grondwet niét het bestaan van meertalige, gewestgrensoverschrijdende kieskringen en zegt het Grondwettelijk Hof zeer duidelijk dat het enkel aan de Wetgever toekomt om de kieskringen vast te leggen. De Wetgever mag op het grondgebied van de oude provincie Brabant bovendien een uitzondering op de regel van provinciale kieskringen toelaten om aan bepaalde communautaire gevoeligheden tegemoet te komen[7]. Natuurlijk zou een Brabantse kieskring, of een nationale kieskring hier alle onduidelijkheid in één klap wegnemen, maar dat màg dan weer niet van de taalnationalisten.
Nationalisme en socialisme: verzoenbaar?
Voorts staan er nog zovele onnauwkeurigheden en veralgemeningen in dit manifest dat de toch al wankele basis ervan volledig ondergraven wordt. Zo spreekt men over de "deelstaat Vlaanderen", ofschoon "Vlaanderen" helemaal geen deelstaat is van België[8]. De auteurs hebben het ook over het feit dat bepaalde voorstellen (supra) "In strijd met de grondwet" opnieuw "de grenzen van Vlaanderen" verplaatsbaar maken. Hebben deze mensen de Grondwet al eens gelezen? Zoja, weten ze dan dat dit document enkel gewag maakt van het Vlaams Gewest en van de Vlaamse Gemeenschap? En beseffen ze, meer belangrijk, dat men krachtens art. 4 van de Belgische Grondwet weldegelijk de grenzen van taalgebieden kan wijzigen[9]? Niet dat we ervoor pleiten om dit te doen, maar de waarheid heeft ook haar rechten.
En wat te denken van dit citaat: "Franstaligen in België gaan ervan uit dat ze zomaar kunnen overschakelen van personenrechten naar territorialiteitsaanspraken, dat rechten van de persoon ertoe mogen of moeten leiden om grondgebied van de ene naar de andere deelstaat over te hevelen.".? Kan men met mensen die zulke grove veralgemeningen hanteren een ernstig gesprek aangaan? Het euvel dat deze lieden teistert is een verregaand hokjesdenken – ook al zullen ze dat zelf uiteraard in alle talen ontkennen – dat hen blind maakt voor de culturele verrijking van een meertalige democratie. Het gaat bovendien om veel meer dan België alleen, want met nationalisten valt gewoon geen democratisch (in tegenstelling tot diplomatiek) Europa op te bouwen. In die zin valt hun reactionair en neo-tribalistisch gedachtengoed, toegepast op globale schaal, zelfs een bedreiging voor de wereldvrede te noemen.
Conclusie: het gaat hier alweer om oude wijn in nieuwe vaten: België moet kapot ten gunste van een "Vlaamse" republiek, met Brussel als het kan en zonder Brussel als het moet. De groep waarschuwt ons overigens nog dat het niet aanvaarden van een autonomistische "staatshervorming" tot een "verdere radicalisering" (lees: tot meer autonomiestreven) zal leiden. Afgezien van de vraag wie zulk een chantage vandaag nog gelooft, gelet op het nog steeds zeer kleine aantal separatisten, moeten we, met andere woorden, een verdere afbraak van België en dus van onze meertalige democratie en unieke troeven binnen Europa toestaan om diezelfde afbraak te vermijden. Begrijpe wie kan! De Gravensteengroep heeft alvast haar naam niet gestolen: ze verspreidt inderdaad een ouderwets, neo-feodaal en onsamenhangend gedachtegoed…
[1] Men kan hier nog bij opmerken dat de verschillen tussen pakweg Portugezen en Finnen oneindig veel groter zijn dan die tussen Nederlands- en Franstaligen binnen België die (op het prinsbisdom Luik, d.i. het huidige Luik en Limburg die pas eind 18de eeuw tot de Zuidelijke Nederlanden gingen behoren) al meer dan 600 jaar in een sociaal-economische eenheid leven.
[2] De auteurs spreken in dat verband over "onze tweeledige staat". Weten zij dan niet dat noch op institutioneel – er bestaan drie gewesten, drie gemeenschappen, tien provincies, 589 gemeenten – noch op taalkundig vlak is België "tweeledig" is samengesteld?
[3] Het feit dat de Senaat niet meer rechtstreeks verkiesbaar is – de Senatoren worden aangeduid door de deelstaatsparlementen –, is een aanfluiting van de democratie. De deelstaten worden overigens niet eens gelijk vertegenwoordigd. De Franstalige Senatoren worden oververtegenwoordigd, de Duitstaligen moeten het stellen met één enkele Senator. Kortom, de samenstelling zelf van deze Assemblée vloekt met zijn eigen logica. Het goedwerkende systeem van dubbele deliberatie, dat ons land sedert 1831 kent, en zorgt voor een grondiger reflectie over de wetten en de werking van onze instellingen wordt vervangen door een verkapt monocameralisme.
[4] Vandaag vallen verkiezingen voor de deelstatelijke en Europese verkiezingen samen.
[5] Getuige daarvan dit citaat: "De tweede valstrik bestaat erin, dat men verwarring zaait tussen economische en taalcriteria. Wat men op taalvlak vanuit de Vlaamse Rand bij Brussel zou willen aanhechten, blijkt dan toevallig ook juist de Brusselse economische ruimte te versterken." Is deze versterking dan niet goed voor alle gewesten, ook voor het Vlaamse?
[6] Arrest 90/94 van het Arbitragehof.
[7] Arrest 73/2003 van het Arbitragehof (thans Grondwettelijk Hof).
[8] Wel bestaan er krachtens de Grondwet een Vlaams Gewest en een Vlaamse Gemeenschap.
[9] Art. 4 Belg. GW, derde lid:"De grenzen van de vier taalgebieden kunnen niet worden gewijzigd of gecorrigeerd dan bij een wet, aangenomen met de meerderheid van de stemmen in elke taalgroep van elke Kamer, op voorwaarde dat de meerderheid van de leden van elke taalgroep aanwezig is en voor zover het totaal van de ja-stemmen in beide taalgroepen twee derden van de uitgebrachte stemmen bereikt. De grenzen van de vier taalgebieden kunnen niet worden gewijzigd of gecorrigeerd dan bij een wet, aangenomen met de meerderheid van de stemmen in elke taalgroep van elke Kamer, op voorwaarde dat de meerderheid van de leden van elke taalgroep aanwezig is en voor zover het totaal van de ja-stemmen in beide taalgroepen twee derden van de uitgebrachte stemmen bereikt."
maandag 20 oktober 2008
ARBEIDERS ALLER LANDEN, VERDEEL U?
ARBEIDERS ALLER LANDEN, VERDEEL U?
Onlangs (6 september jongstleden) verklaarde toekomstig sp.a-voorzitter Johan Vande Lanotte dat het nodig is om het Belgisch werkgelegenheidsbeleid te splitsen. De verschillen tussen de Vlaamse en de Waalse arbeidsmarkt zouden zo groot zijn, aldus de Heer Vande Lanotte, dat een regionalisering zich opdringt. Het plan werd door het Vlaams Belang –onder voorbehoud, wegens niet ver genoeg gaand[1]-, alvast enthousiast onthaald.
Allereerst dienen we ons af te vragen welke krachten om deze regionalisering vragen. Gaat zij uit van de bevolking, de werkgevers, de werknemers? Is zij het resultaat van een obscure “volksgeest” die de Belgische deelgebieden meer autonomie, zelfs soevereiniteit als lidstaten van de EU wenst te geven? Gaat het om een natuurlijke beweging die “artifiële” staten zoals België afbreekt ten gunste van zogezegd natuurlijke gehelen (Vlaanderen/Wallonië?)? Of is de splitsingswens een louter gevolg van de socialistische doctrine? De vraag om splitsing gaat alleszins niet uit van de bevolking. Belgen zijn wakkere burgers. Ze demonstreren voor loonsverhoging, tegen armoede, voor sociale gelijkheid, tegen milieuvervuiling en tegen racisme. Nergens vinden of vonden er echter massale betogingen plaats voor de splitsing van milieu, landbouw, buitenlandse handel, de sociale zekerheid enz. Er is geen maatschappelijk draagvlak voor zulke beslissingen. Dit wordt aangetoond door diverse opiniepeilingen, die aantonen dat de Belgen – in het Noorden en in het Zuiden- met een overgrote meerderheid het separatisme, en dus impliciet ook alle maatregelen die daar toe kunnen leiden, expliciet verwerpen. In het Noorden is er bovendien een belangrijke minderheid unitaristen en uniefederalisten[2] die, in tegenstelling tot een infieme groep separatisten, niet in het politieke debat betrokken wordt, wegens nauwelijks media aandacht. Ernstige wetenschappelijke studies tonen trouwens aan dat een wens tot verdere bevoegdheidherverdeling ten gunste van de deelgebieden geen verkiezingsthema is waarop stemmen gehaald worden, ook niet onder kiezers van radicaal-rechts[3]. Deze wens ligt, ten tweede, ook niet in de logica van een natuurlijke tegenbeweging tegen de toenemende globalisering en europeanisering. Er waren al nationalistische bewegingen in België toen er zelfs nog geen sprake was van Europese eenmaking. Het aanpassen van werkgelegenheid of andere bevoegdheden op maat van regio’s is dus geen tegenreactie op de groeiende beweging naar meer eenheid, zoals nationalisten vaak doen uitschijnen[4]. Gezien alle staten trouwens mensenwerk zijn, volstaat het de bewering als zouden er kunstmatige staten zijn af te doen als een contradictio in terminis[5]. Ligt de vraag tenslotte in de logica van het socialisme zelf dat deelgebieden meer autonomie moeten krijgen? Historisch gezien is het socialisme duidelijk een internationalistische beweging. Het wetenschappelijk socialisme herleidt de geschiedenis tot een strijd van klassen, niet van naties. Als antithese van de verdrukking van de arbeiders, wordt de centralisatie van alle middelen door de Staat geponeerd[6]. Volgens Lenin moest voor de overwinning van het kapitalisme de burgerij de binnenlandse markt in handen grijpen; voor hem zou de burgerij streven naar politiek verenigde territoria waar dezelfde taal gesproken wordt. Daar zou volgens hem de economische grondslag voor nationale bewegingen liggen, culminerend in de taalhomogene natiestaat [7]. Het spreekt vanzelf dat het socialisme hier tegen moet strijden. Het getuigt misschien op het eerste gezicht van een intellectuele oneerlijkheid om de huidige socialisten te taxeren op hun ideologie van decennia geleden, maar in elke ideologie blijven steeds grondkenmerken bewaard. Bij het liberalisme is er nog steeds het primaat van het vrij ondernemerschap en de individuele rechten, bij de Christen-democratie nog steeds de nadruk op verbondenheid. In België geldt deze solidariteit blijkbaar alleen tot aan de taalgrens. In Duitsland pleit de Kanselierskandidate (CDU) A. Merkel voor méér eenheid en solidariteit tussen het rijkere Westen en het armere Oosten. Zowel het Verdrag van Rome van 1957, dat de basisakte was van de latere Europese Unie, als het voorstel tot Europese Grondwet bundelen veel van deze Verlichte ideeën. Ze bevestigen deze solidaire/internationalistische kenmerken: de Unie moet streven naar een harmonisatie van alle regio’s en staten[8]. Het splitsen van het Belgisch werkgelegenheidsbeleid is hiermee uiteraard in manifeste tegenspraak. Aangezien de eis van Vande Lanotte aan geen enkele van de bovenstaande criteria beantwoordt, maakt ze deel uit van een agenda van een andere ideologie: die van het nationalisme.
Het nationalisme[9] is een ideologie, ruimer een vorm van politieke bedrijvigheid, die eigen parlementen, wetten en instellingen wenst voor een afgebakend territorium met een herkenbare bevolkingsgroep. In minimale vorm wordt er naar (culturele) bescherming en/of een zekere mate van zelfbestuur gestreefd. In haar uiterste vorm kan deze ideologie de secessie van een bestaande staat eisen. Imperialisme vormt er vrijwel altijd een onderdeel van. In België vertaalt dit zich bijvoorbeeld in de aanhechting van Brussel bij een onafhankelijk Vlaanderen of Wallonië. Nationalisme staat haaks op alle internationalistische bewegingen (socialisme, ecologisme, liberalisme, Christen-democratie). Men kan van elke aardbewoner proberen een goede socialist of liberaal te maken, maar niet een goede Vlaming, Tsjech, Duitser enz[10]. Natuurlijk kan men er wel naar streven bevolkingsgroepen te verenigen. De activiteit die erop gericht is om binnen België Franstaligen, Nederlandstaligen en Duitstaligen te verenigen is positief en toekomstgericht. Ze stemt bovendien overeen met de Europese eenmakingsgedachte. De hoger aangehaalde anti-internationalistische component van nationalisme bestaat er in dat men staten opricht om wille van kenmerken die buiten de menselijke wil liggen (zoals moedertaal[11]). Nationalisten zullen natuurlijk argumenteren dat Belgischgezinden aan net dezelfde activiteit doen als zij. Dat is echter manifest onwaar. Pleiten voor een unitair of uniefederalistisch België is geen nationalistische daad. Het categoriseert geen mensen op basis van niet-gekozen kenmerken, integendeel. Bovendien is een eengemaakt België een stap naar een eengemaakt Europa. Geen Europa van soevereine staten, maar een (hybride) staat waarin honderden taalgroepen samenleven, met een interpersonele solidariteit op een zo groot mogelijke schaal. Vlaams- (of Waals-) nationalisten pleiten overigens nu reeds voor een eigen sociale zekerheid en justitie in België, waarom zouden ze dan Europese, meertalige wetten aanvaarden? In de huidige geglobaliseerde wereld is nationalistische activiteit een levend anachronisme, dat voortteert op rancunes en collectieve grootheidswaan[12]. Ze ligt mede aan de basis van racisme, fascisme en militarisme, die overigens nooit in meertalige vorm voorkomen.
De pleitbezorger bij uitstek hiervan bij ons is het Vlaams Belang. De voorganger[13] van deze partij is opgericht ter wille van de realisatie van Vlaamse onafhankelijkheid: het is haar ultima ratio. De splitsing van het werkgelegenheidsbeleid is prioritair voor deze partij[14]. Ze vormt een cruciale stap naar de oprichting van de soevereine republiek Vlaanderen. Vraag is nu of een splitsing van de Belgische werkgelegenheid wenselijk, logisch en noodzakelijk is. Bovendien dienen we de gevolgen ervan voor elke Belg te kennen, we leven per slot van rekening in een rechtsstaat. Twee tegengestelde wereldbeelden staan hier tegenover elkaar: het ene is dat van de interculturele verwevenheid tussen taalgroepen, staten en continenten. Montesquieu met name merkte het in zijn Pensées (medio 18de eeuw) al op : Les choses sont telles en Europe que tous les États dépendent les uns des autres. La France a besoin de l'opulence de la Pologne et le la Moscovie, comme la Guyenne a besoin de la Bretagne et la Bretagne, de l'Anjou. L'Europe est un État composé de plusieurs provinces[15]. De man die de moderne politieke gedachte met zijn theorie over de scheiding der machten eindeloos beïnvloed heeft, was géén pleitbezorger van etnische soevereiniteit. Europa of, ruimer, de wereld, vormt een contactzone van meerdere culturen en streken die onvoorwaardelijk interdependent zijn. De hedendaagse filosoof Tom Nairn beschouwt de moderne, hybride samenleving -de aanvaarding van onherroepelijke vermenging als uitgangspunt in plaats van een probleem[16]. De steeds meer verweven samenlevingen binnen en tussen staten zijn met andere woorden een vertrekpunt voor het toekomstig kosmopolitisme dat de individuele vrijheid bevestigt. Willen we elkaar als mensen leren kennen, en niet als Vlamingen of Walen, moeten we bereid zijn ter wille van de humaniteit zelf minstens binnen een cultureel gedifferentieerde staat samen te leven. Deze taalverschillen zijn trouwens slechts een onderdeel van het raderwerk waarbinnen we dagelijks functioneren.
Op basis van cultuur naties bouwen –en bevoegdheden geven aan zogenaamd homogene gebieden- schijnt irrealistisch en onwenselijk omwille van twee redenen.
Allereerst omdat het begrip cultuur complexer is dan de nationalistische visie. Het is eigenlijk een grote pyramide met aan de top de menselijke beschavingscultuur die zich vertakt in onder andere de Westerse cultuur, dan bijv. de Europese cultuur, dan bijv. de Belgische cultuur, dan bijvoorbeeld de Nederlandstalige cultuur van België, dan bijvoorbeeld de Vlaamse, Antwerpse of Brabantse cultuur en dan weer bijvoorbeeld de Brusselse, Mechelse of Kampenhoutse cultuur. In elke (sub)cultuur zijn er bovendien dan nog eens evenwijdige culturele strata in bepaalde sectoren: de bedrijfscultuur, de mannencultuur, de literatuur, de cinema, de bejaardencultuur etc. Voor nationalisten daarentegen bestaat er één enkele cultuur die de bakermat is waarop politieke besluitvorming gegrond is: de eigen cultuur in de enge zin, afgebakend door religie, geschiedenis of –in België- door taal. Dit denken vertaalt zich anamorf in de politieke besluitvormingsstructuren, in de eigen parlementen en partijen, maar ook in het gangbare vocabularium. Vande Lanotte spreekt niet over een verdeling van bevoegdheden tussen willekeurige gebieden die verschillend zijn. Niet tussen stad en platteland, tussen provincies of steden, tussen metropolen en gemeenten, tussen kantons enz. Hij spreekt over een herverdeling van het werkgelegenheidsbeleid tussen gewesten, wier bestaansreden (op Brussel na) gegrond is op een taalgrens. Taal is immers tot op zekere hoogte drager van cultuur, maar is geen drager van economie, of andere ontalige bevoegdheden. Het bestaan van het Brussels, tweetalig Gewest is het levende bewijs dat de staatshervorming door haar inwerkingtreding trouwens al haar foutief paradigma (indeling in taalgebieden) toegaf. Kortom, om te schematiseren grijpen nationalisten terug naar een biculturele en simplistische hallucinatie: België bestaat louter uit een Vlaanderen en een Wallonië, of om het met de woorden van de Minister zelf te zeggen: “Een werkloze uit bijvoorbeeld La Louvière kan je niet vergelijken met een werkloze uit pakweg Roeselare”. Is een werkloze uit het rijkere Zuid-Brabant dan ook niet te vergelijken met één uit Henegouwen? Is een Antwerpse havenarbeider zonder werk dan wel te vergelijken met iemand die ontslagen is bij Ford of Philips in Hasselt?
Ten tweede is de autonomistische gedachte een onmogelijkheid die wellicht onvermijdelijk tot catastrofes leidt. Mag elk land zomaar kernwapens bezitten, walvissen doden, oorlogen uitlokken of petroleum opeisen? Wat is het criterium voor de inbeslagname van aardse rijkdommen of nationalistische prerogatieven? In de hypothese dat het taal is, is de conclusie eenvoudig. Indien elk taalgebonden gebied zélf soevereiniteit nastreeft zijn er minstens 5000 staten op de wereld. In Europa zélf zijn er trouwens maar twee totaal eentalige staten (Ijsland en Portugal). Indien men alle taalregio’s soevereiniteit verleent, heeft de wereld geen toekomst meer. De natuurlijke hulpbronnen, vandaag al schaars, zullen zo binnen 100 jaar uitgeput zijn[17], om nog maar te zwijgen van wat er worden moet van de zwaarbeproefde, mondiale veiligheid. Immers, indien iedere staat van de 5000 dan zou doen wat hij wil, zou het terrorisme welig tieren. De internationale handel zou er ook ernstig door bemoeilijkt worden, om nog maar te zwijgen van het oorlogsgevaar dat drastisch zou verhoogd worden. Indien men werkgelegenheid splitst omdat men eenzijdig overtuigd is van de onoverbrugbare tweeledigheid van België dient men met een haarscherpe consequentie de (verwrongen) redenering door te trekken. Op Belgisch niveau betekent dit de volledige splitsing van het land, op Europees en mondiaal niveau de totale balkanisering. Men kan niét pleiten tegen meertalige Belgische mechanismen, partijen en structuren, maar voor Europese partijen en een sociaal of rechtvaardig Europa. Er zijn overal verschillen, en zelfs indien de verschillen tussen Noord en Zuid in België werkelijk zo groot zijn dan moet er net méér solidariteit en eenheid zijn, niet minder. Enkel door een grotere harmonisering kan iedere Belg en elke Europeaan genieten van dezelfde kans op werkgelegenheid, minder armoede, minder sociaal onrecht enz.
Er is de wereld van de structurele onwaarheden en die van de realiteit. Staten en deelgebieden zijn ficties, enkel mensen bestaan. En gezien zoveel mogelijk mensen recht hebben op solidariteit heeft België en a fortiori de Europese Unie méér bestaansrecht dan een onafhankelijk Vlaanderen of Wallonië. Elke andere, efemere redenering is niet alleen asociaal, maar tevens ondemocratisch. Het vooraf afwijzen van de democratische dialoog met anderen, anderstaligen, kleurlingen, moslims enz. getuigt van een minachting voor andere mensen. Zodus dient de wil van de volledige bevolking te primeren op de wil van deelstaten. Geen staten moeten in dialoog treden, maar wel mensen. Dat gebeurt in parlementen die democratisch verkozen zijn door de bevolking. Niet door onverkozen schemerorganen zoals de “overlegcomités”. Bovendien leidt het illusoire, tweeledige tot een irrealistische gedachte. Immers, indien werkgelegenheid, net als zovele andere bevoegdheden gesplitst wordt op taalbasis, moet men ten eerste concluderen dat eentalige partijen, decreten enz. béter zijn dan meertalige. Niet rechtvaardiger of ethischer. Ten tweede volgt hieruit dat men de grote problemen van onze tijd zogezegd kan aanpakken door op mondiaal vlak te strijden met eentalige organisaties. Het is uiteraard onzinnig om met Vlaamse, of Waalse vakbonden te strijden tegen mondiaal (meertalig) onrecht. Past de politiek zich niet aan de dimensies (België, Europa, de wereld) aan waar de burgers inspraak in verdienen, valt ze buiten een democratisch kader. Immers, de wereld gaat niet kleiner worden na Vlaamse onafhankelijkheid, wel integendeel. Concreet betekent dit: meertalige Belgische en Europese partijen en parlementen creëren. Als het tweede kan, is het eerste uiteraard ook mogelijk. Hoeveel betekent een Europa van tientallen staten met vijf miljoen inwoners op mondiaal vlak tegenover vele niet-Europese staten met tientallen of honderden miljoenen inwoners. . Stel je trouwens eens voor dat iedere staat dan een ambassade zou hebben in een ander land: het zou uit zichzelf een migratiegolf opwekken[18].
De reden dat het nationalisme de Belgische politiek op alle vlakken domineert is te herleiden tot de diffusie van het Vlaams-nationalisme enerzijds en synergetische krachten anderzijds. Langs de ene zijde diffusie van het gedachtengoed van de Volksunie (en in mindere mate of als tegenreactie ook van het FDF of het RW) die in de jaren 60 van de 20ste eeuw gebruik maakten van bestaande problemen om hun achterban te verruimen en steeds meer politici en bestaande partijen in hun kielzog mee te trekken. Synergie omdat in deze periode de zware steenkool- en metaalindustrie in het Zuiden ten onder ging, daarbij een vacuüm achterlatend dat in vele streken (Luik, Henegouwen, maar later ook Limburg) nog steeds niet volledig ingevuld is. Op dit economisch feit plaatste zich de revolutionaire beweging van mei '68, die in België al gauw door nationalistische krachten, die decennialang gesluimerd hadden, werd gerecupereerd. Deze nationalistische krachten werden versterkt door een grote groep van opportunistische politici die in de opdeling van België een interessante mogelijkheid tot geldgewin ontwaarden. Immers, het is financieel voordeliger voor een partij om méér ministers en parlementariërs aan te stellen. Een decennium later waren er door de aanhoudende splitsingen geen nationale partijen meer en werden alle structuren gebogen naar de eisen van een minderheid van taalnationalisten. Op die manier werd het Belgisch politiek én economisch systeem langzaam ontrafeld. Immers, hoe meer men splitst, hoe meer verschillen men creëert en vice versa.
Tot slot nog enige bedenkingen bij deze nationalistische agitatie op Belgisch vlak. We merkten reeds op dat de sp.a meegaat in de logica van het Vlaams Belang. Degenen die vreemdelingen wegsturen, bewaren de autochtonen volgens deze partij van de multicriminele tijdbom. Degenen die ze hier willen houden, doen de grootsteden zogezegd verrotten en zorgen voor etnische rellen en chaos. De verbreker van eenheid en solidariteit is met andere woorden de vredelievende bestuurder. Dat is precies wat Vande Lanotte, Dewael, Leterme, enz. beweren met betrekking tot de Franstalige Belgen. “Als ieder zijn eigen beleid voert, zal het beter gaan”. De prijs voor deze politieke absurditeiten bij de burger is niettemin enorm. Het Belgisch sociaal model wordt door een splitsing van de werkgelegenheid ontrafeld. De huidige complexe situatie wordt nog verergerd. Bovendien komt de nationale/federale, sociale en dus meertalige dialoog (wet van 1968 op de CAO’s) rechtstreeks onder druk te staan[19]. Tenslotte worden de vakbonden op termijn uiteengerukt, en komt de solidariteit tussen de Belgische arbeiders op de helling gezet. Dat het Belgisch sociaal model beëeindigd wordt door zulke maatregel, ontkende Van de Lanotte overigens niet[20] Deze volgende stap in de infernale cirkel van defederaliseringen die eenzijde verschillen scheppen en uitvergroten tast tenslotte de fundamenten zelf van de Belgische staat aan. Zoals X. Verboven (ABVV) stelde, wordt de federale sociale zekerheid op die manier onvermijdelijk opgeblazen. Een sociale zekerheid die Bert Anciaux, lid van Spirit, de kartelpartner van de sp.a nota bene wil uitbreiden op Europees vlak[21].
Toch hoeft het niet zover te komen. Natuurlijk zijn er verschillen. Democratie en goed bestuur vergen het erkennen van deze, niet het negeren. Zo kunnen de gewesten perfect binnen een unitaire staat vervangen worden door de negen provincies[22]. De nationale politiek wordt zo multipolair gedecentraliseerd op basis van de provincies en op basis van de drie gemeenschappen, bevoegd voor taal, cultuur, onderwijs en media met concurrerende nationale bevoegdheid). De eenheid van de wetgeving, die zo al erg complex is, wordt hersteld. Kaderwetten laten aan iedere provincie toe om haar eigen beleid te voeren in wel afgelijnde domeinen. Dit voorgesteld meerledig beleid is oneindig veel diverser, toekomstgerichter en efficiënter dan de huidige neocentralistische en de facto tweeledige structuur Vlaanderen-Wallonië. In Nederland werkt een gelijkaardig systeem van provinciale decentralisatie reeds decennia. In het meertalige Zuid-Afrika heeft men het net ingevoerd. Wordt ons door Vlaams-nationalisten niet gezegd dat we méér naar gelijktalige gebieden moeten kijken?
Solidariteit en eenheid in verscheidenheid binnen de Belgische microkosmos is noodzakelijk. België bestaat uit burgers, niet uit zielloze sub-staten waar enkel een infieme minderheid van de bevolking affiniteit mee heeft en die hun bestaansreden ontlenen aan de Grondwet van de staat die ze wensen te vernietigen. Een eengemaakte economische politiek zorgt voor een gezond evenwicht, meer rendement, meer kansen voor iedereen en uiteindelijk ook minder verschillen. Het alternatief is ongewenst en uitermate asociaal en dus wat Vande Lanotte betreft anti-socialistisch. De arbeiders en burgers hebben geen taalpartijen of regio’s nodig om zich te verenigen, integendeel.
[1] “Wij roepen dus: hoera, Johan! Maar wij hebben ook vragen bij het nummertje van Tita tovenaar. Zo verklaart de minister dat hij de regionalisering van het tewerkstellingsbeleid wil “omdat het moet”. Waarom, zegt hij er niet bij. Over de ziekteverzekering zegt hij “dat hij eerst overtuigd wil worden”. Opnieuw: waarom? Omdat tewerkstelling de gewone mensen raakt, Johan? Raakt ziekteverzekering de mensen niet?” zie “Actueel/Johan De Mosselman”, www.vlaamsbelang.be, onder “actueel”, 7.9.2005.
[2] J. BILLIET et al., De communautaire items, De opinie van de Vlamingen in 1999 over de staatsstructuur en hun (etno)territoriale identiteit , Leuven, 1999, p. 8.
[3] De opkomst van extreem-rechts is een Europees fenomeen, waar al onze buurlanden mee te kampen hebben, zie de uitslagen van de Fortuynisten in Nederland, het FN in Frankrijk, of van de NPD in Duitsland. Citeren we in dat verband Herman Van Rompuy (CD&V): “"Van het gevoel van verlatenheid maakt extreem-rechts misbruik. De vijanden zijn dan dé Walen, dé vreemdelingen, dé overheid. Extreem-rechts is niet alleen een politiek verschijnsel, het is ook een beschavingsverschijnsel.", in De Standaard, 14.09.2004.
[4] Sommigen gaan niet zover en zien de reflex naar culturele eigenheid, veruitwendigd door politieke autonomie, eerder als complementair met (dan een reactie op) de besluitvorming op een hoger (Europees) niveau, zie bijvoorbeeld STORME, M. “De Geworteld en gelaagd: Over identiteit, welvaart, solidariteit, zingeving en democratie”, in Secessie, kwartaalblad voor secessie en directe democratie, januari-maart 2003, p. 21-34. De auteur weet laat echter uitschijnen dat het om een Europa van soevereine staten zal gaan. Een antwoord op hoe zwakkere regio’s zich dan moeten beschermen tegen het zelfbeschikkingsrecht van de rijkere gebieden wordt niet geformuleerd.
[5] Hier wordt dieper op ingegaan in een artikel uit UNITAS, tijdschrift van de studiedienst van de Belgische Unie, mei 2005, p. 1-8.
[6] Zie onder andere H. GORTER (s.d.) K. MARX en F. ENGELS, Communistisch Manifest, Brussel 1848, p. 25. Zij pleitten voor voor het opheffen van verschillen tussen stad en platteland (lees: tussen regio’s) en centralisatie van alle middelen (transport, krediet, arbeidsmiddelen etc.) naar één centraal punt. De auteurs bevestigen ook dat hun streven internationalistisch is: “Dat de heersende klassen sidderen voor een communistische revolutie! De proletariërs hebben daarbij niets te verliezen dan hun ketenen. Zij hebben een wereld te winnen.PROLETARIËRS ALLER LANDEN, VERENIGT U!” (Op., Cit., p. 18). De BWP, later BSP nam dit trouwens tot na WO II aan, zie bijvoorbeeld het socialistisch partijprogramma van 1894 dat stelde in haar “verklaring van beginselen” onder 7.3: “dat de socialisten aller landen solidair moeten zijn, want de ontvoogding der arbeiders is geen nationaal, maar een internationaal werk”, cf. Programma Belgische Werklieden-Partij, aangenomen door het buitengewoon Congres van de 15de juli 1894 te Brussel, Gent, 1902, p. 2. Tot aan de balkanisering onder druk van decennialange nationalistische activiteit (1978) van de BSP-PSB bleef de partij dit unitaire standpunt aanhangen, daarna werd met de Gewest- en Gemeenschapsvorming (bijz. Wet tot hervorming der instellingen, 8 augustus 1980). Op het SP-Toekomstcongres in 1998 werd niet gepleit voor een splitsing van werkgelegenheid. Ook punt 566 van het Vlaams programma, p. 76 (2004) van de sp.a maakt slechts gewag van “verdere stappen” aangaande het tewerkstellingsbeleid. Op wat stemt de kiezer in feite wanneer deze ingrijpende beslissingen impulsief door een partijbureau of na nachtelijke onderhandelingen (zie bijvoorbeeld Lambermont/Lombard in 2000) worden aangenomen? Bovendien ontbreekt in de openbare media, die toch alle filosofische/ideologische ideeën zendtijd moet verschaffen elke tegenkanting...
[7] LENIN, V. I., Over het recht der naties op zelfbeschikking, Moskou, 1966 (heruitg.), p. 8-9.
[8] Art. III-lid 220 Voorstel tot EU-Grondwet : « Teneinde de harmonische ontwikkeling van de Unie in haar geheel te bevorderen, ontwikkelt en vervolgt de Unie haar optreden ter versterking van de economische, sociale en territoriale samenhang.” Ook in het verdrag van Rome (1958), art. 2 is deze notie opgenomen. Beide verdragen zijn door alle partijen in België, uitgezonderd het Vlaams Belang, geratificeerd.
[9] Er zijn twee stadia theoretisch denkbaar: het culturele en het politieke stadium. Met het culturele (vaderlandslievendheid) is op zich niets mis. Pas wanneer het omslaat naar politieke activiteit en wanneer er in de naam van zogenaamd homogene gebieden beslissingen worden genomen, loopt het fout. Het Vlaams-nationalisme bevindt zich in het tweede stadium.
[10] Er zijn twee stadia theoretisch denkbaar: het culturele en het politieke stadium. Met het culturele (vaderlandslievendheid) is op zich niets mis. Pas wanneer het omslaat naar politieke activiteit en wanneer er in de naam van zogenaamd homogene gebieden beslissingen worden genomen, loopt het fout. Het Vlaams-nationalisme bevindt zich in het tweede stadium.
[11] Feitelijk zijn er drie vormen van separatisme: etnisch, sociaal en territoriaal. Etnisch separatisme is hetgeen we kennen van het apartheidsregime in Zuid-Afrika. Sociaal separatisme is de wens om klassen van elkaar gescheiden te houden of, de wens om klassen te bestrijden. Territoriaal separatisme is de vraag naar soevereiniteit van een bestaande staat.
[12] Dit geldt niet voor sommige separatistische bewegingen zoals in Oost-Timor, wanneer volkeren bloedig onderdrukt worden, is het uiteraard nodig zich tegen de bezetter te verweren en af te scheiden. Daarom is evenwel “afscheiding” an sich nog niet goed.
[13] Het op 9.11.2004 voor racisme veroordeelde Vlaams Belang.
[14] Zie : Vlaams Belang, programmaboek 2004, p. 18.
[15] C.LARRERE en F.WEIL, Oeuvres complètes de Montesquieu, t.2, Oxford, The Voltaire Foundation, 2000, chap.XVIII (Pensée n° 318), p.360.
[16] Zoals geciteerd door N. ASCHERSCHON, “Voorbij het multiculturalisme”, De Standaard, 4/5.09.2004, p. 22-23.
[17] R. DUNCAN en W. YOUNGQUIST toonden aan dat in de huidige situatie (42 olieproducerende staten) het piekmoment van de olieproductie al ligt in het eerste decennium van de 21ste eeuw. Tegen 2040 zou de huidige productie met 50% afgenomen zijn. Zie van deze auteurs de presentatie: ‘The World petroleum life cycle’, Los Angeles, 1998.
[18] Het Vlaams Belang is een partij die pleit voor een taalhomogeen Vlaanderen, zijn zij dan ook voor 5000 eentalige staten, met elk een ambassade in alle andere landen? Per land van enkele miljoenen inwoners komen er dan ambassades, laten we zeggen bemand met 20 man. Dat zijn honderdduizend immigranten extra. Het VB is dus de grootste pro-immigratie partij, als ze consequent zijn.
[19] Voor een uitvoerige studie van de gevolgen van de splitsing van werkgelegenheid, zie M. DUBRULLE, P. DE GROOTE et al., « de werkgelegenheid splitsen », Barsten in België/Demain le séparatisme?, mei 2003, p. 8.
[20] De Zevende Dag, VRT, 11.09.2005.
[21] ‘Onze sociale zekerheid is een van de knapste sociale stelsels. Het moet de ambitie zijn om het ooit te kunnen exporteren naar een Europees niveau’, zie De verrijkte samenleving,ideeën voor een actieve cultuurstaat, Leuven, 2002.
[22] Waarbij het relatief homogene Brabant weer tot één provincie wordt herenigd.
zondag 19 oktober 2008
EEN LEZENSWAARDIG BERICHT!
Tegen de splitsing van het amateurvoetbal |
9/10/2008 |
Guy Vanhengel |
De Brusselse minister Guy Vanhengel is het helemaal niet eens met de splitsing van het Belgische amateurvoetbal die de Belgische voetbalbond overweegt. Hij is vooral zeer ongerust over de sportieve, culturele en financiële gevolgen die een dergelijk voornemen zouden kunnen hebben voor de Brusselse clubs. «De Brusselse clubs willen niet kiezen tussen Franstalige en Nederlandse liga's. Dat is normaal. Sport is universeel. In Brussel is het ideaal om mensen van diverse taalgroepen en culturele achtergronden samen te brengen. Bovendien vind ik het niet aan de politieke wereld om van de sportwereld te verlangen dat die zich aanpast aan hen. Nee, het is net omgekeerd. De politieke wereld moet zijn best doen om de sportwereld te ondersteunen. » Sommige voetbalclubs overwegen toch om in te gaan op de chantage van Bert Anciaux omdat hij geld belooft. Vanhengel raadt hen toch aan om goed te bekijken wat het Brussels Gewest en de gemeenten voor hen kunnen betekenen alvorens een beslissing te nemen. Volgens Vanhengel lieten de Vlaamse en Franstalige Gemeenschap tot nog toe na om in de sportinfrastructuur van het Brussels Gewest te investeren. « Het Brussels Gewest zelf zal deze legislatuur bijna 25 miljoen euro geïnvesteerd hebben. Bovendien zijn er 26 kunstgraspleinen aangelegd. Nu Anciaux zwaait met 1,5 miljoen euro, moeten de sportclubs eens goed kijken wie hun belangen werkelijk dient.» Op donderdag 9 oktober is er een bijeenkomst samen met de Brusselse « Entente » met haar 44 clubs om de huidige situatie te analyseren en een andere toekomst te bekijken voor het voetbal in het Gewest. Na deze vergadering zullen de ministers, de Brusselse « Entente » en haar 44 voetbalclubs een reeks eisen uitspreken die gericht zijn op het behoud van de kosmopolitische en culturele eigenheid van Brussel. lees ook een vroegere reactie van Guy Vanhengel : "Is het toeval dat de enige sportploegen waarvan de Federatie nog nationaal is, naar Peking gaan?" |
dinsdag 14 oktober 2008
VOOR EEN VERNIEUWD BELGIË
Deze tekst is een niet-partijgebonden manifest.
Dit manifest verscheen voor de verkiezingen in De Standaard en is nog steeds brandend actueel en ondertekenbaar, klik hier
De vlag van de Brabantse Revolutie in 1789
Het is een intellectuele dwaling om, zoals de nationalisten dat doen, alle verschillen te benaderen vanuit een exclusief Vlaams-Waalse invalshoek. Die dient om de burger de realiteit vanuit een nationalistische bril te doen zien. Wanneer men de beleidsdomeinen uitsplitst op subregionaal niveau blijkt dat een aantal Franstalige provincies eerder aanleunt bij het Vlaams dan bij het Waals gemiddelde. Bovendien zwijgt men in alle talen over politieke breuklijnen binnen het Vlaams Gewest, alsof de Antwerpse grootstad hetzelfde beleid zou nodig hebben als de landelijke Westhoek.
Omgaan met verschillen is de bestaansreden van een democratie. Het is veel verrijkender om meer dan één kijk op hetzelfde probleem te hebben en vervolgens naar democratische akkoorden te zoeken. De vicieuze cirkel is bekend: hoe meer men splitst, hoe meer verschillen men creëert en vice versa. De voorgestelde uitbouw van de confederale structuren zal die nefaste dynamiek uiteraard versterken. Wie bekommerd is om zijn medemens, maakt andere keuzes.
Dan geldt dat hoe groter de kloof is tussen deelgebieden, hoe hoger de nood wordt aan meer federaal gecontroleerde solidariteit. Die brede harmonisering staat trouwens ingeschreven in het Verdrag van Rome (1957), dat aan de basis van de Europese Unie ligt. Nochtans zeggen de nationalisten dat uitgerekend het meertalige Brussel een grote toekomst tegemoet gaat, als het tenminste de contraproductieve interne bestuursgrenzen opheft. Daar kan dat dus vreemd genoeg wel.
Inzake gezondheidsbeleid stelt men voor in het Brussels Gewest beide gemeenschappen autonoom te laten optreden. Gaat men pleiten voor een subnationaliteit? Wat zal de EU, die alleen staten erkent, daarvan vinden? De nationalisten wensen Brussel onder voogdij te plaatsen van de twee grote deelstaten. Wie had het weer over Franstalig imperialisme? De nationalisten kiezen voor een multiculturele Europese Unie, terwijl de Belgische meertalige samenleving maar moet barsten. Zijn zij voorstander van een Europa dat bestaat uit 400 onafhankelijke taalregio's of vinden ze gewoon dat meertalige gehelen niet democratisch kunnen functioneren? Wat ook hun optie is, ze moeten alvast zeker de EU opdoeken.
Dat de deelstaten meer fiscale slagkracht zouden nodig hebben is een opmerkelijke stellingname, te meer omdat de kabinetschef van de premier nog maar net heeft geoordeeld dat de deelstaten al te veel geld krijgen en de federale staat te weinig. De achteruitgang van Justitie, de verwaarlozing van de openbare diensten zoals de brandweer zijn daarvan sprekende bewijzen.
Met de responsabilisering waarvoor de nationalisten pleiten, doelen ze eigenlijk op machtsuitbreiding van de gemeenschappen, zonder democratische controle van de staat, die net als het algemeen belang een louter ceremoniële functie toebedeeld krijgt. Een belangrijke reden voor deze hervorming zou zijn dat de deelstaten zich nu niet moeten verantwoorden voor hun kiezerskorps, gelet op het federale karakter van hun dotaties. Een rationele geest zou dan pleiten voor nationale partijen en één federale kieskring. De eersten die dit pleidooi zouden moeten toejuichen zijn overigens voornoemde nationalisten. De zogenaamde ondoorzichtigheid van de transfers die ze aanklagen kan immers alleen maar bestaan door een gesplitst kiessysteem dat ervoor zorgt dat politici van het ene deel van het land geen verantwoording dienen af te leggen aan de bevolking van het andere landsdeel.
Het transferplaatje van de nationalisten is tweeledig gekleurd. Over de geldstromen naar het Brussels Gewest, over die tussen provincies, rijken en armen, mannen en vrouwen of tussen stad en platteland wordt met geen woord gerept. Het voorstel van de nationalisten om de solidariteit tussen de Belgische burgers te vervangen door een solidariteit tussen deelstaten kadert in een gezagslogica. De rijkere regio kan immers, vanuit haar actuele machtspositie, steeds weer bepalen hoe 'solidair' ze zal zijn.
Solidariteit wordt dus onderhandeld. Er is geen federale controle meer. De parlementaire democratie wordt gekortwiekt, het veelbesproken democratisch deficit zal toenemen. De rijkere deelstaat zal in staat zijn om chantage te plegen door bijvoorbeeld ermee te dreigen de geldkraan toe te draaien als de andere partner zijn politiek niet wenst te volgen. De welvaart bewaren door het zwakkere zuiden af te stoten is een uiterst kortzichtige en zelfs asociale stellingname.
Zal ,,Vlaanderen'' een betere rechtsbedeling garanderen? Lijkt een defederalisering van Justitie niet eerder op een nodeloze versnippering van krachten en een uitholling van de fundamentele rechtsgelijkheid tussen de Belgische burgers? Gaan we meer middelen hebben wanneer overheidsbudgetten gesplitst worden? Hoe zullen een gesplitste arbeidsmarktpolitiek, gesplitste loononderhandelingen en dergelijke de solidariteit tussen mensen versterken? En waarom zouden de deelstaten een beter beleid voeren? De catastrofale toestand van onder meer het 'Vlaamse' milieu, erkend op internationaal niveau, is in elk geval geen toonbeeld van goed bestuur. Het voorgestelde Vlaamse beleid is gewoonweg niet aantoonbaar beter, socialer of ethischer. De enige 'verdienste' van dat beleid zal zijn dat het zogezegd eigen is.
De manier waarop men deze zoveelste staatshervorming wil realiseren is trouwens allesbehalve democratisch, aangezien ze een oproep bevat aan de Vlaamse partijen om niet in een regering te stappen als aan de radicale eisen van de nationalisten niet voldaan wordt. Over de verpletterende meerderheid van de mensen die geen splitsing van het land wil, wordt blindelings heen gewalst. Het is voorts hallucinant dat mensen die als intellectueel wensen beschouwd te worden enerzijds pleiten voor een opsplitsing van België in twee volledig soevereine (deel)staten en anderzijds zeggen dat een status-quo de snelste weg tot separatisme is. Men moet dus, volgens de nationalisten, kiezen voor secessie om separatisme tegen te gaan. Immobilisme is natuurlijk niet gewenst. Het federale niveau mag integendeel niet langer aan de gratie van dubieuze mechanismen overgeleverd zijn. Denken we maar aan samenwerkingsakkoorden die gesloten worden in overlegcomités die zich geruisloos onttrekken aan de parlementaire democratie.
Het taalregionalistisch verhaal is door de feiten achterhaald. Steeds meer politici en zeker burgers slopen voor het eerst in decennia openlijk nationalistische taboes en willen een versterkt België. Zij die de Belgische meertalige democratie verdedigen binnen grotere meertalige cirkels zijn de ware vooruitstrevenden, Europees denkenden en, zelfs, de enige échte Vlaamsgezinden. Het beogen van een versnippering van de Zuidelijke Nederlanden is immers niet alleen bijzonder naïef maar speelt bovenal het imperialisme van de grote staten in de kaart. Willen voorgaande nationalisten soms een Franse staat aan de grenzen van Vlaanderen waardoor de gerechtvaardigde strijd voor het behoud van het Nederlands volledig in het gedrang komt? Willen zij dat Brussel en zijn Rand worden gereduceerd tot een Frans departement in de onzekere veronderstelling dat ze deze status wordt toebedeeld?
We weten dat ons democratisch pleidooi op hevige weerstand zal stuiten van taalregionalisten en nationalisten, zowel ten noorden als ten zuiden van de taalgrens. De tijd is niettemin rijp voor een nieuw meertalig denken gebaseerd op taalneutrale solidariteit. Het zou goed zijn het volledige politieke denken eindelijk te democratiseren door definitief afstand te nemen van de irrationele, tweeledige en gevaarlijke taallogica.
DE ONDERTEKENAARS
- Frederick Abeloos
- Christian Absil
- Michel Ancora
- Timothy Anthonis
- Peter Algoet
- Bernadette Ancion
- Rob Anthonissen
- Joël Arens
- Jean-Pierre Arnolds
- Prof. Paul Aron
- Robert Avonds
- Liliane Azou
- Philippe Bachès
- Gael Baert
- Dirk Baert
- Dominique Baeyens
- Philippe Baeyens
- Astrid Bammens
- Patrick Bancu
- Louis Banneux
- Xavier Bara
- Jan-Willem Barbier
- Benno Barnard
- Jean Bartholomé
- Marcel Bas
- Guy Bastiaenssen
- Julos Beaucarne
- Joseph Beaufays
- Daniel Beauvois
- Lorena Beeckmans
- Arno Bellengé
- Sabrina Benoit
- Joris Bens
- Thijs Bernolet
- Bruno Berruyer
- Frédéric Berteau
- Diane Bessemans
- Vincent Beuten
- Bram Beutels
- Ingrid Bierebeeck
- Hugo Biets
- Eric Biltiau
- Marie-Pierre Binamé
- Marie-Claire Binet
- Nicolas Biondollilo
- Aude Blase
- Pierre Blaise
- Johnny Blomme
- Alain Bock
- Anne-Marie Bodart
- Pierre Emmanuel Bodart
- Tommy Boerema
- Jacques Boesmans
- Joelle Boet
- Willy Bogaert
- Mike Bogemans
- Kathy Bognar
- Michèle Boitte
- Claude-Irène Boland
- Jacqelie Bonny
- Federica Bono
- Johnny Bonte
- Melissa Bonte
- Annie Boogaerdts
- Thomas Boone
- Ronny Boonen
- Adriano Boremanse
- Philippe Borremans
- Tim Borremans
- Michel Bossaers
- Johan Bosmans
- Laurent Botilde
- Daniël Bouckaert
- Frans Dino Boudewijn
- Thijs Boudewijn
- Catherine Bourgeois
- Claire Bouvy
- Xavier Browet
- Philippe Boufioux
- Jacques Bouhon
- Claude-Henri Bourgeois
- Eddy Boutmans
- Denis Bouwen
- Françoise Bouzin
- Barbara Bracquiné
- Daniel Brackman
- Dr. Mie Branders
- Anaïs Brasseur
- Patrick Bricmont
- Marc Bronkart
- Jeroen Brouwers
- Jonas Brugs
- Caroline Brunin
- Patrick Bruylants
- Marc Bruyneel
- Ruud Bruyns
- Johan Buck
- Alex Burie
- Jean-Cristophe Buyssens
- Jantien Caes
- Jean-Michel Campanella
- Jean-Cristophe Caestecker
- Dorothée Caille
- Maurits Cailliau
- Marie-France Callens
- Koen Calliauw
- Victor Cambier
- Chris Cambré
- Yannick Cams
- Frédéric Canon
- Christine Canton
- Emmanuel Capart
- Jean-Pierre Carpentiez
- Irène Cardinaels
- Marc Castel
- Peter Castermans
- Béatrice Cateaux
- Jean-Cristophe Cavalier
- Sébastien Cavalier
- Bernard Céline
- Laurent Chabeau
- Eliane Challe
- Jean-Claude Chamart
- Pascal Chanet
- Roger Chapelle
- Alexandre Charlier
- David Charlier
- Frédéric Charlier
- Marie Chevalier
- Antonio Centurione
- Yves Chantraine
- Geraldine Charlier
- Alessandra Chiardo
- Emanuelle Chmielewski
- Justin Claes
- Virginie Clariet
- Isabelle Clavie
- Guy Cleyman
- Leon Cloquet
- Patricia Cocquyt
- Chantal Cockx
- Koen Coeckelberghs
- Olivier Coene
- Nelly Coenen
- Etienne Cogels
- Denys-Louis Colaux
- Bruno Colet
- Aurélie Collard
- Claude Colle
- Marie Jeanne Collette
- Dimitri Collignon
- Jean-Marie Collignon
- Frédéric Collin
- Jehan Colette
- Boudewijn Coolen
- Geoffroy Coomans
- Kresten Cools
- Matthieu Coopmans
- Eric Cooremans
- Tim Corbeel
- Jean Cordier
- Claude Cornil
- Guillaume Cota
- Martin Cottenjé
- Ruben Cottenjé
- Hubert Couneson
- Davy Courteaux
- Marie-Christine Courtoy
- Hubert Courtoy
- Jean-Louis Couvreur
- Guy Covent
- Bruno Crombez
- François Cubbedu
- Angelo Cucovaz
- Leon Cuvelier
- Frans Cuykens
- Carine Dachet
- Pierre D’Ans
- Pierre D’Haeseleer
- Alida Daelemans
- Liliane Daniels
- Paul Danloy
- Muriel Dardenne
- Gérard Daubie
- Jean-Pierre Debandt
- Aurélien De Bauw
- Erik De Bruyn
- Paulette De Groef
- Brigitte Dechambre
- Jacques Deckers
- Leo Deckers
- Liesbeth Degand
- Marc Degroux
- Nathalie Delaleeuwe
- Antoine Delforge
- Marcel Delgoffe
- Brigitte Delmeire
- Michel Delporte
- Robert Derese
- Guy De Boeck
- Nicolas De Cock
- Willem De Graeve
- Jean-Maxime de Beauffort
- Yves de Beauffort
- Arnaud de Coninck
- Jan De Geest
- Stéphanie de Lannoy
- Jeroen De Vliegher
- Karen Deceuninck
- Jacky Decombel
- Jacques Deckers
- Richard Degheselle
- Bertrand De Meire
- Marc Degroux
- Katrien Degryse
- Stéphane Delaere
- Jean-Marie Delforge
- Frederic Demartin
- Christina Dengis
- Mady Depienne
- Emmanuelle Deproost
- Isabelle Deproost
- Pieter De Praetere
- Jeanne Marie Descamps
- Monique Destrée
- Mireille Devriendt
- Iwein De Baetselier
- Hubert de Beco
- José de Boose
- Sarah De Clerq
- Marie de Clippele
- Filip De Cauwer
- Laura da Silva Ferreira
- Alexis de Crombrugghe
- Thierry della Faille
- Sebastien de Fooz
- Blanche de Looz-Corswarem
- François de Looz-Corswarem
- Julien de Fraipont
- Marc De Grove
- Christina de Harenne
- Madeleine de Heusch
- Lieven Deflandre
- Philippe de Looz-Corswarem
- Nicolas de Rosée
- Marie de Moerloose
- Sandrine de Moerloose
- Christian De Greef
- Nikita de Heering
- Frans De Haes
- Guibert de Jamblinne de Meux
- Gravin/Comtesse Josine de Hemptinne
- Pascale De Jonckheere
- André de Kerckhove
- Charles-Henri de la Vallée-Poussin
- Philippe de Limburg
- Charles-Edouard de Terwanghe
- Alain De Laet
- Daniel De Laet
- Peter De Laet
- Geert De Martelaere
- François de Bellefroid
- Rodolphe de Monie
- Florence de Montblanc
- Arnaud de Liedekerke
- Jeroen De Mets
- Dominique De Schutter
- Amélie Desclée
- Bernard Desclée
- Baudouin Desclée
- Renaud Desclée
- Didier de Laveleye
- Dominique De Meulder
- Prinses/Princesse Rosalie de Mérode
- Matthieu de Meeus
- Yvette de Pierpont
- Gilles de Rosmorduc
- Philippe de Séjournet
- Michaël d’Ursel
- Rodolphe d’Ursel
- Joseph de Lovinfosse
- Thomas de Looz
- Jozef De Moor
- Catherine de Potter
- Jean de Potter
- Sophie de Potter
- Jan de Roeck
- Pascal de Roubaix
- Baudouin de Terwangne
- Paul Descamps
- Claude Desmet
- Gaël de Sauvage
- Andrée De Schepper
- Cécile De Smedt
- Godfried De Winne
- Grégory D’Hallewyn
- Frederik Dhondt
- Coraline d’Otricoli
- Stéphanie d’Otreppe
- Evrard d'Ursel
- Jean Charles de Fauconval
- Leen De Valck
- Jean-François De Vos
- Matthieu De Waen
- Alexandre De Wulf
- Willem De Witte
- Willy De Witte
- Anne de Wouters
- Bibiane de Wouters
- Christiane de Wouters
- Lionel de Wouters de Bouchout
- Marlène de Wouters
- Dirk De Zutter
- Joris Daems
- Guénaëlle Declerq
- Georges Decoster
- Sigrid Daum
- Eddy Decreton
- Ere-Professor, Professeur d’Honneur Pierre Decroly
- Jacques Defrère
- Jean-Pierre Dehan
- Guy De Hainaut
- Martin Dekeyser
- Sebastien Delbar
- Thomas Delfosse
- Pierre Delhasse
- Gregory Demarcin
- Laurent Demaret
- Caroline Demeurisse
- Monique Derdelinckx
- Johan Derycke
- Cristophe Desmet
- Richard Dessart
- Alex Deurinck
- Luc Devos
- Georges Dewaelheyns
- Jan D'Hertefelt
- Adhémar Dequeker
- Yvan Dheur
- Alex Didion
- Alfons Diels
- Pierre Digneffe
- Eresenator/Sénateur d’honneur Ludo Dierickx
- Joëlle Dieu
- Danièle Dirkx
- Cyril Divoul
- Anne Dispas
- Joris Docx
- Rudolph Dogenik
- Emilie Dohet
- Valentine Donck
- Claude Doumier
- Gilles Doumont
- Serge Draux
- Anja Drogenbrood
- Fred Dubois
- Anne-Catherine Dubois
- Christian Dubuisson
- Xavier Dubuisson
- Frank Duhamel
- Christophe Dumont
- Patrick Dupont
- Robert Dupont
- Philippe Duquenne
- Roland Dussart
- Richard Eeckhout
- Valérie Eeckhout
- Chris Elshout
- Prof. Vincent Engel
- Marie-Denise Eriche
- Jean-Marc Etienne
- Maurits Duyck
- Claude Emsens
- Willy Ferny
- Albane Flamant
- Bertrand Fontaine
- Damien Fortan
- Albert Francis
- Didier Frémal
- Claude Ganhi
- José Gavilan
- Daniel Geluyckens
- David Gembala
- Krzysztof Gembala
- Evelyn Gessler
- Baudouin Gillès de Pélichy
- Bruno Gillès de Pélichy
- Didier Gillès de Pélichy
- Jean-Marie Gillès de Pélichy
- Guillaume Gilbert
- Gisèle Gorbitz
- Elizabeth Govaerts
- Brigitte Guillaume
- Josiane Guillaume
- Paul Gustin
- Mireille Devriendt
- Geert Deledicque
- Stéphane Delaere
- Loïc Delhaye
- Bavo Demol
- Willem Demonie
- Patrick Denis
- Denise Deschampheleire
- Fernand Deschampheleire
- Dr. Harrie Dewitte
- Prof. Paul Dirkx
- Pierre Dubar
- Mark Dubrulle
- Luc Duhayon
- Senator/Sénatrice Isabelle Durant
- Michel Eeckhout
- Vik Eggermont
- Frank Ehmann
- Hinda El Attar
- Hassan El Jaouhari
- Claude Emsens
- Guy Escarmelle
- Peter Everaerts
- Paul Fairon
- Kristine Fauconnier
- Stefanie Fauconnier
- Georges Ferir
- Béatrice Fierens Gevaert
- François Fierens Gevaert
- Laurent Fierens Gevaert
- Xavier Fierens Gevaert
- Jean Firre
- Jochen Flossie
- Magalie Foret
- Charles-Frederic Fouss
- Tim Francis
- Melchior François
- Johnny Frans
- Tiffanie Frenkel
- Sam Friedman
- Edgard Gabriel
- Julie Galand
- Joachim Ganseman
- Otto Ganz
- Ferdinand Geboers
- Otthon Geelhand de Merxem
- Annelies Geeraerts
- Dirk Geeraerts
- Timmy Geertsen
- Paulette Genson
- Claude Gerryn
- Thomas Gets
- Marie-Christine Gevaert
- Patrick Giebens
- Aurélie Gillès
- Hughes Gillès de Pélichy
- Priscilla Gillès de Pélichy
- Charles Göbel
- André Godefroid
- Hans Goddé
- Robert Goedertier
- Bjorn Goemare
- Ludovic Goffinet
- Luc Golvers
- Denis Goossens
- Jacques Goossens
- Martine Goossens
- Sofiane Gouigah
- Fabrice Gräbe
- Jacques Gregory
- Philippe Grutman
- Luc Gubbels
- Stijn Guetens
- Baron/Generaal-Général Emmanuel Greindl
- Renaud Greindl
- Pieter Guetens
- Thomas Guéry
- Mathieu Guilmin
- Annick Guiot
- Luc Gulinck
- Siegrid Gyselinck
- Robert Hache
- Robby Haegedorens
- Bart Hanson
- Alain Hantsche
- Mathieu Hardy
- Jean Harvent
- Michaël Hastir
- Gilbert Hautem
- Françoise Hatré
- Mike Haven
- Prof. Pierre Halen
- Hubert Hedebouw
- Marjo Hellondoorn
- Pierre Hemptinne
- Ir. François Hendrickx
- Maxime Hendrickx
- Jean-Pierre Henry
- Anaële Hermans
- Guy Herremans
- Leon Hermans
- Rudy Hermans
- Pascale Hermant
- Cathy Heyndrickx
- Jef Heyvaerts
- Marie Hiernaux
- Florence Higuet
- Marguerite Higuet
- Katelijne Hoeven
- guy holthof
- Maggy Hoogsteyn
- Dries Horions
- Dominique Horickx
- Tom Hoste
- Marie-Claire Houard
- François Van Houtryve
- Benoît Hoyas
- Françoise Huart
- Lionel Hubeau
- André Hubert
- Jean-François Hupe
- Jérôme Hupé
- Robert Huybrechts
- Emanuelle Indekeu
- Benoît Ivars
- Marc Jacob
- Christina Jacobs
- Irma Jacobs
- Julie Jacobs
- Micheline Jacobs
- Nadine Jacobs
- Robert Jacobs
- Yvan Jacobs
- Vincent Jacque
- Nicolas Jamin
- Davy Jans
- Philippe Janssens
- Guy Janssens
- Jo Janssens
- Jean Janssens de Bisthoven
- André Jardon
- Gisèle Jennen
- Louis-Dorsan Jolly
- François Joly
- Marie Joly
- Noël Jonckheere
- Garrit Joos
- Bernard Jorion
- Martin Joris
- Nelly Joris
- Olivier Joris
- Sarah Juchtmans
- Mule Kasonge Ndunga
- Nooshin Katami
- Niels Kemels
- Erik Kennes
- Kevin Kerckx
- Hilde Keteleer
- Boris Kozyreff
- Alain Hubleau
- Caroline Kamers
- Lien Kennis
- Julien Kestens
- Laurent Kiebooms
- Alain Klein
- Roger Klein
- Thierry Klein
- Marie-Paule Koller
- Michel Koller
- Philippe Koller
- Irène Kortleven
- Raphaël Krings
- Kevin Kuppens
- Nicolas Lacroix
- Jean-Marie Lacrosse
- Eugène Lafaille
- Stijn Lafaille
- Francis Lafosse
- Julian Lageard
- Susanne Lageard
- Pierre Lalemant
- Richard Lamard
- Nicolaas Lambers
- Edmée Lambert
- Auriane Lamine
- Ilse Langenbergh
- Mélanie Larsille
- Maria Cristina Barnechea Landa
- André Landsberg
- Bruno Lantonnois
- Manoëlle Lantonnois
- Dieter Lasat
- Sébastien Laurent
- Philippe Lauwers
- Marie-Christine Lefebvre
- Thierry Légère
- Jean Lekens
- Stijn Lammers
- Steven Lannoo
- Gwenaëlle Lambin
- Laurent Lantonnois
- Tessa Lantonnois
- Henri Laurent
- Michel Laurent
- Marie-Claude Laurent
- Simon Leblanc
- Virginie Leblon
- José Lebrun
- Catherine Lefevre
- Timothy Lelièvre
- Alice Lemaître
- Prof. Elisabeth Leijnse
- Timothy Lelièvre
- Cédric Lemeunier
- Bruno Leté
- Michaël Menu
- Sébastien Moons
- Karen Leonard
- Cedric Le Févère
- Raymonde Le Lepvrier
- Liliane Lepas
- Nicolas Lepine
- Vincent Leroy
- Stephane Lejeune
- Roger Lettens
- François Levaque
- Pierre L’Hoest
- Charles Liebenguth
- Johan Lievens
- Yun-Sun Limet
- Julie Lindemans
- David Lipkens
- Mélanie Lisse
- Jentl Lodewyckx
- Jonathan Logghe
- Vlaams Parlementslid/Membre du Parlement flamand Marcel Logist
- Emile Lolivier
- Chantal Lollin
- Davy Lowies
- Jean-Paul Lowies
- Julie-Anna Lowey-Ball
- Jérémy Longheval
- Jonas Loos
- Axelle Loriaux
- Diane Louwyck
- Jacques Lukumwena Kabengele
- Herman Luyckx
- Tom Luyten
- Pieter Maes
- Henri Maetens
- Philippe Magnant
- Christophe Mahaut
- Guido Mahieu
- Fanny Maistriaux
- Ineke Malcorps
- Marc Malfait
- Michaël Mallien
- Ico Maly
- Caroline Marchal
- Gil Mariën
- Prof. Jacques Marx
- Antonio Marti
- Charles Martin
- Kevin Maselis
- Christine Masson
- Marie-Louise Masson
- Jonathan Masson
- Jacques Matagne
- Suzanne Matagne
- Lucien Materne
- Etienne Matagné
- Olivier Mathy
- Cédric Mattelaer
- Jean-Luc Marchal
- Martin Maxime
- Sanne Meert
- Claire Meeus
- Julienne Menten
- Peter Mertens
- Prof. Laurence Mettewie
- Sophie Mestdag
- Martine Meyer
- Marie-José Meyers
- Lorraine Michel
- Simone Michiels
- Thomas Michiels
- Julie Monnoyer
- Manuel Morais
- Dirk Michiels
- Jos Michiels
- Guus Michielsen
- Monique Missant
- Frank Missiaen
- Jean Misson
- Guy Missoul
- Hamed Mobasser
- Alexander Mobouck
- Jochen Moeskops
- Bart Moeyaert
- Ghislaine Molai
- Hendy Molenbruch
- Rafaël Mondelaers
- Nicolas Moniotte
- Adrien Monsieur
- Prof. Anne Morelli
- Valérie Mosseray
- Mathieu Motrie
- Boudewijn Moelans
- Germain Mulowayi-Kayemba
- François Mullier
- Christian Mylemans
- Sven Naessens
- Jean Nagant
- Christian Naveau
- Jean-Claude Naveau
- Patrick N’Siala Kiese
- Jean-Marie Nolf
- Robert Marks
- Patrick Martinus
- Hilde Mertens
- Vincent Meunier
- Jonas Morreel
- Jeremy Mottoulle
- Benni Müller
- Nicolas Nachtergaele
- Sven Naessens
- Josée Necken
- Valentine Nemery de Bellevaux
- Peter Nies
- Laurence Nieuwland
- Suzanne Nkusuba Misenga
- Laetitia Nolet de Brauwere
- Dominique Neetens
- Nghiem Bao Duy Nguyen
- Norbert Mbumputu
- Dany Neudt
- Edouard Notte
- Maartje Nuyens
- Jean-Claude Nys
- Martine Olivet
- Joseph Olthof
- Ellen Oomsels
- Anja Oosterlynck
- Filip Oosterlynck
- Jean-Marie Opdebeeck
- Reza Opdebeeck
- Suzanne Op de beeck
- Fabian Orfinger
- Josef Ostyn
- Muriel Ortmans
- Christine Oth
- Nicole Page
- Frédéric Pain
- Maarten Panis
- Vincent Papaleo
- Julie Paquay
- Julien Paquet
- Laurent Pardon
- Joseph Paulus
- Boudewijn Peeters
- Jimmy Peeters
- Thierry Peeters
- Tom Peeters
- Yves Pepermans
- Michel Pervé
- David Pestieau
- Wouter Peters
- Denise Petit
- Sébastien Petrolito
- Gunter Pfeiffer
- Simonne Pierrard
- Ronald Piers de Raveschoot
- François Piers
- Christiane Pietrons
- Maggy Pieyre
- Joris Piette
- Philippe Pillet
- Jasper Pillen
- Olivier Pintelon
- Michaël Pioge
- Amaury Pirlet
- Marie Pironet
- Jean-Jacques Pisano
- Jeroen Pittoors
- Doumic Plettinx
- Jean Luc Pleunes
- Elise Poelaert
- Joël Poelaert
- Nilüfer Polat
- Kevin Polfliet
- Stijn Polfliet
- Lien Possemiers
- Kervin Praxede
- Nathalie Preudhomme
- Philippe Prové
- Brecht Putman
- Bart Puttens
- Corinne Putterie
- Yves Putzeys
- José Quiévy
- Anne-Catherine Quintens
- France Rademaekers
- Jean-Marie Rakotosolofo
- Pascal Ramoisiaux
- Marie-Christine Remy
- Luc Remy
- Abel Renard
- André Renaux
- Tom Renders
- Jean-Michel Rigo
- Charles Rigoli
- Sam Rijnders
- Tim Roef
- Theo Roefkens
- John Roels
- Geoffrey Rolin
- Guy Rondiat
- Serge Rondou
- Francis Ronval
- Jean Roosen
- Georges Rousseau
- Nick Roskams
- Kim Rothuys
- Patrick Ryckier
- Jelle Ryckoort
- Urbain Robert
- Marcel Robertz
- Lore Robeyns
- Frederik Ronse
- Eric Rosseel schrijver
- Cedric Roulent
- Xavier Rouget
- Kim Roovers
- Bruno Sacré
- Yves Saintenoy
- Danielle Sarton
- Jean-Pol Sarteur
- Zahra Sameni
- Dorian Sansbury
- Catherine Sarot
- Franz Sarteel
- Prof. Em. Anne-Marie Schaerlaekens
- Mark Schaevers
- Rita Scheers
- Geneviève Schins
- Cristophe Schotte
- Steven Schoukens
- Philippe Schumacker
- Jan Slootmaekers
- Matthias Somers
- Vanessa Sprong
- Françoise Stas
- Liliane Stellings
- Sébastien Thomas
- Emiel Torfs
- Luc Schrijvers
- Herman Schrooten
- Willem Segers
- Michel Sergent
- Luc Simonet
- Edwine Simons
- Roger Simons
- Madeleine Siret
- René Smette
- Bart Soens
- Wim Somers
- Nico Souillierd
- David Soors
- Estelle Spotto
- Sébastien Squevin
- Maxime Standaert
- Frank Stappaerts
- Jost Stappers
- Valérie Stégen
- Liliane Stellings
- Ludovic Steurs
- Francis Stevens
- Matthias Stevens
- Laurence Steverlynck
- Michel Steyns
- Roland Steyns
- Camiel Stoop
- Jérémy Stoquart
- Robert Struyf
- Daniel Struys
- Mathieu Stulens
- Cristophe Stylemans
- Christophe Suykerbuyck
- Marie-Paule Tacq
- Olivier Tallon
- Bernard Taziaux
- Seçil Tarhan
- Louis Thery
- Emmanuel Théry
- Marie Thery
- Joachim Theuwen
- Ruben Theuwen
- Tanguy Thibaut de Maisières
- Patricia Thonus
- Claude Thome
- Eric Tielmans
- Marc Tilmant
- Djamila Timmermans
- Pieter Timmermans
- Mares Titouan
- Stéphanie Toelen
- Philippe Thollembeck
- Pierre Thuymans
- Esmeralda Tobing
- Fabien Tordeur
- Damien Trigaux
- Hélène Trigaux
- Régine Trouillet
- Björn Trompet
- Stella Trujillo
- Sebastiano Tudisco
- Vera Turpyn
- Nicolas Urbin-Choffray
- Pierre-Alexandre de Cartier d’Yves
- Gonzague d'Ursel
- André-Marie Vallée
- Dr. Frans Van Acoleyen
- Carlos van Caeneghem
- Liliane van Caeneghem
- Vincent Van Calck
- Valérie van Caloen
- Pascal Van Campe
- Dany Van Cauwenbergh
- Geert Vancauwenbergs
- Freddy Vancoppenolle
- Rita Van Coillie
- Marie Van Cranenbroeck
- Vic van Cutsem
- Gladys Vancuyl
- Daan Vanandenroye
- Armand Van Damme
- Kristel Vandamme
- Wouter Vandamme
- Marie-Joseph Van de Maele
- Annick Van de Maele
- Eric van Delft
- Roel Van De Pol
- Thomas Van De Pol
- Louise van de Werve
- Patricia Vanderpooten
- Hugo Van Den Broeck
- Fabrice Van Der Bracht
- Dimitri Vanderus
- Guido Van Droogenbroeck
- Sarah Van der Auwera
- Jean-Charles van der Bruggen
- Wouter Van Dyck
- Dr. Johan Vandepaer
- Maarten Vandercammen
- Christian Vanderlinck
- Michel Van den Bossche
- Leopold Vandenbogaerde
- Nico Vandevoorde
- Jean-Pierre Van Doninck
- Dr. Dirk Van Duppen
- Dirk Van Hoef
- Jules Van Eetvelt
- Andy Van Eghdom
- Andy Van Eeghem
- Werner Van Ginneken
- Géry Vander Goten
- Elise Beau Vangeel
- Frank Van Herck
- Johan Van Hoorde
- Bob Vangeel
- Daniëlle Vandenabeele
- Johnny Vandenabeele
- Pierre Vandenabeele
- Charles Van Den Eynde
- David Van den Eynde
- Charles van Wilder
- Elise Van de Catsyne
- Annelies Vandenbergh
- Corine Vandenbussche
- Peter Van De Ven
- Evelien van den Driessche
- Kenny Vanden Berghe
- Marc Van den Broecke
- André Van den Eynde
- Charles van den Eynde
- Sigried Van den Eynden
- Wouter van den Meersch
- Luc van de Walle
- Diederik Vandevelde
- Eduard van Eghdom
- Annelies van Eeghem
- Philippe van Eeghem
- Rachel van Engel
- Sonja Van Hoed
- Jean-Cristophe Vanderhaegen
- Jacqueline Vandermeer
- Michel Vanhaeleweyck
- Franky Vanhaecke
- Bernard Vanheule
- Kamiel Vanhole
- Michel Vanhoorne
- Anne van Houtte
- Ita Van Meer
- Augustin van Rijckevorsel
- Mathilde van Rijckevorsel
- Lin Van Rompaey
- Wim van Rooy
- Andries Van den Abeele
- Guillebert van Derton
- Hans Van de Cauter
- Amaury van der Beken
- Eric Van der Smissen
- Marie-Jean Vandecaesbeek
- Martine Vandermeulen
- Dimitri Vanderus
- Adélaide van de Werve
- Léon Van den Bon
- Sigried Van Den Eynden
- Christian Vandermeer
- Denis Vandersteene
- Emma Vandevoorde
- Prof. Eric Van der Schueren
- Geoffrey Van Dille
- André Van Ekelenburg
- Octavia Van Leemput
- Liesbeth Vankelecom
- Frédéric Vereecke
- Eléonore van der Gracht
- Eddy Vandeput
- Marc Van Gysel
- Gilles Van Haelst
- Véronique Vanhaelen
- Werner Vanham
- Anna Fabiola Van Horenbeeck
- Jan Van Laere
- Joseph Van Vlasselaer
- Thibaut van Landegem
- Patrick van Houtyve
- Rita Vanlangendonck
- Thomas Vanlinter
- Valérie Vanpée
- Kasper Vanpoucke
- Lucille Vantomme
- Dirk Van Mulders
- Wouter Van Rompaye
- Jean Vanstichel
- Jan Vansevenant
- Cédric Van Vlem
- Antoine Veldekens
- Christina Venetis
- Frank Venmans
- Bas Verdin
- Ben Verheyen
- Gert Verhoeven
- Quentin Verwacht
- Laura Verheyden
- Hendrik Vermeersch
- Dimitri Verschueren
- Agnes Verscuren
- Alexandre Vervoort
- Thomas van Tichelen
- Hervé van Wassenhove
- Jan Vansevenant
- Jean Vanstichel
- Wim Vanzeire
- Emmanuel Vanzeveren
- Jonathan Vausort
- Guy Verberckmoes
- Yannick Verberckmoes
- Annie Verbert
- Christian Verburgh
- Simon Vercauteren
- Jan Vergouwen
- Ghislain Vermassen
- Andy Vermaut
- Suzanne Vermeire
- Sylvie Vermeiren
- Marie-Thérèse Vermeren
- Jaak Verpoorten
- Mileen Verpoorten Pauwels
- Christine Verpoucke
- Jeanne Verstraelen
- Gilles Verstraeten
- Joëlle Verwacht
- Paul Verwacht
- Quentin Verwacht
- Jan Veulemans
- Veronique Viane
- Carine Vicat
- Agnes Viérin
- Pieter Vierstraete
- André Vincent
- Harmonie Viroux
- Johan Viroux
- Loriane Visart
- Wendy Vlaeminck
- Raf Vlummens
- Monica Vodita
- Thierry Vossen
- Françoise Vousure
- Vincent Vranckx
- Annelies Vrijdag
- Stefaan Vrombout
- Virginie Vuylsteke
- Claudine Vyncke
- Francis Vyncke
- John Walus
- Jacqueline Wargny
- Prof. Myriam Watthée-Delmotte
- Ludo Watthé
- Joelle Watticant
- Samuel Wauthier
- Ignace Weemaes
- Yannic Weitz
- Philippe Wellens
- Georges Wetz
- Hans Weygers
- Myriam Wezel
- Jeroen Wijnendaele
- Ben Willems
- Charles Williams
- Marina Willius
- Etienne Wilmots
- Nicolas Wilmus
- Dominique Wislez
- Thomas Witdouck
- Tom Wittesaele
- Michel Wolters
- Anne Wolters
- François Wolters
- Patricia Wolters
- Robert Wouters
- Simon Wouters
- Jeroen Wijnendaele
- Yves Willemaers
- Bruno Yammine
- Sameni Zahra
- Tom Zwaenepoel